Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: pimpen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gepimpt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik pimp
jij pimpt
hij pimpt
wij pimpen
jullie pimpen
zij pimpen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gepimpt
jij hebt gepimpt
hij heeft gepimpt
wij hebben gepimpt
jullie hebben gepimpt
zij hebben gepimpt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik pimpte
jij pimpte
hij pimpte
wij pimpten
jullie pimpten
zij pimpten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gepimpt
jij had gepimpt
hij had gepimpt
wij hadden gepimpt
jullie hadden gepimpt
zij hadden gepimpt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal pimpen
jij zult pimpen
hij zal pimpen
wij zullen pimpen
jullie zullen pimpen
zij zullen pimpen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gepimpt hebben
jij zult gepimpt hebben
hij zal gepimpt hebben
wij zullen gepimpt hebben
jullie zullen gepimpt hebben
zij zullen gepimpt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou pimpen
jij zou pimpen
hij zou pimpen
wij zouden pimpen
jullie zouden pimpen
zij zouden pimpen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gepimpt hebben
jij zou gepimpt hebben
hij zou gepimpt hebben
wij zouden gepimpt hebben
jullie zouden gepimpt hebben
zij zouden gepimpt hebben

Gebiedende wijs
pimp

Aanvoegende wijs
pimpe

Voorbeelden

  1. Elke pimp heeft een kelk.
    Every pimp has a chalice.
  2. Ik verkocht Frank' s pimp kelk.
    I sold Frank 's pimp chalice.
  3. En dat maakt mij een... pimp!
    And that makes me... a pimp!
  4. Je vond m' n pak' pimp'.
    You said my outfit was pimp.
  5. Ja, dan ben je echt een pimp.
    Yeah, it 'll be pimp.
  6. Hey, je hebt die pimp kousen gekocht!
    Hey, you got the pimp socks!
  7. Dames, kijken jullie naar Pimp My Ride?
    Ladies, you watch Pimp My Ride?
  8. Wat is dit, man, Pimp Mijn Rolstoel?
    What is this, man, Pimp My Wheelchair?
  9. Ik pimp je niet, hij is een fan van je.
    I 'm not pimping you. He 's a fan of your writing.
  10. Pimp mijn Mercedes, bel me terug zet je in de wacht.
    Pimp my Mercedes, call me back put you on hold.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden