1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. pestle

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to pestle    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
pestling

Present simple (ott)
I pestle
you pestle
he pestles
we pestle
you pestle
they pestle

Present perfect (vtt)
I have pestled
you have pestled
he has pestled
we have pestled
you have pestled
they have pestled

Past Simple (ovt)
I pestled
you pestled
he pestled
we pestled
you pestled
they pestled

Past perfect (vvt)
I had pestled
you had pestled
he had pestled
we had pestled
you had pestled
they had pestled

Present future (ottt)
I will pestle
you will pestle
he will pestle
we will pestle
you will pestle
they will pestle

Present future perfect (vttt)
I will have pestled
you will have pestled
he will have pestled
we will have pestled
you will have pestled
they will have pestled

Past future (ovtt)
I would pestle
you would pestle
he would pestle
we would pestle
you would pestle
they would pestle

Past future perfect (vvtt)
I would have pestled
you would have pestled
he would have pestled
we would have pestled
you would have pestled
they would have pestled


Voorbeelden

  1. The vessel with the pestle holds the brew that is true.
    In het bakje met het takje zit het water voor later.
  2. The pellet with the poison 's in the vessel with a pestle.
    Het gifbolletje is in het schip met de stamper.
  3. Like the pellet with the poison 's in the vessel with the pestle
    Alsof de bal met het gif in het vat met de stamper zit...
  4. We 'll grind it all up with mortar and pestle and then we 'll rub it into your skin.
    We zullen het allemaal mengen met de kruidenstamper... en dan smeren we je daar mee in.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try