Voorbeelden

1. Sir Hunter, you persist.
   Heer Jager, U houdt wel vol.
2. And yet you persist.
   En toch zet je door.
3. And yet the rumors persist.
   En toch houden de geruchten aan.
4. Dying... because you persist in fighting.
   Ze sterven omdat jij de strijd niet op wilt geven.
5. You get it why we persist?
   U snapt wel waarom we u aanhouden?
6. And you persist in shirking your duty.
   Je bent er weer snel bij om te bekritiseren.
7. And they persist until they bear fruit.
   En dat draagt ook vrucht.
8. I persist because I understand the salient facts.
   Ik houd aan omdat ik de meest opvallende feiten begrijp.
9. I 'll have you detained if you persist.
   Ik laat je aanhouden als je blijft aandringen.
10. Ishta believes that traditions should persist at all cost.
    Ishta vindt dat tradities moet behouden worden.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden

Duitse werkwoorden

Engelse werkwoorden

Franse werkwoorden

Spaanse werkwoorden