1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. peroxyder

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

FR: peroxyder    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Participe Passé
peroxydé

Indicatif Présent
je peroxyde
tu peroxydes
il; elle peroxyde
nous peroxydons
vous peroxydez
ils; elles peroxydent

Indicatif Passé Composé
j`ai peroxydé
tu as peroxydé
il; elle a peroxydé
nous avons peroxydé
vous avez peroxydé
ils; elles ont peroxydé

Indicatif Imparfait
je peroxydais
tu peroxydais
il; elle peroxydait
nous peroxydions
vous peroxydiez
ils; elles peroxydaient

Indicatif Plus-Que-Parfait
j`avais peroxydé
tu avais peroxydé
il; elle avait peroxydé
nous avions peroxydé
vous aviez peroxydé
ils; elles avaient peroxydé

Indicatif Passé Simple
je peroxydai
tu peroxydas
il; elle peroxyda
nous peroxydâmes
vous peroxydâtes
ils; elles peroxydèrent

Indicatif Passé Antérieur
j`eus peroxydé
tu eus peroxydé
il; elle eut peroxydé
nous eûmes peroxydé
vous eûtes peroxydé
ils; elles eurent peroxydé

Indicatif Futur Simple
je peroxyderai
tu peroxyderas
il; elle peroxydera
nous peroxyderons
vous peroxyderez
ils; elles peroxyderont

Indicatif Futur Antérieur
j`aurai peroxydé
tu auras peroxydé
il; elle aura peroxydé
nous aurons peroxydé
vous aurez peroxydé
ils; elles auront peroxydé

Subjonctif Présent
je peroxyde
tu peroxydes
il; elle peroxyde
nous peroxydions
vous peroxydiez
ils; elles peroxydent

Subjonctif Passé
j`aie peroxydé
tu aies peroxydé
il; elle ait peroxydé
nous ayons peroxydé
vous ayez peroxydé
ils; elles aient peroxydé

Subjonctif Imparfait
je peroxydasse
tu peroxydasses
il; elle peroxydât
nous peroxydassions
vous peroxydassiez
ils; elles peroxydassent

Subjonctif Plus-Que-Parfait
j`eusse peroxydé
tu eusses peroxydé
il; elle eût peroxydé
nous eussions peroxydé
vous eussiez peroxydé
ils; elles eussent peroxydé

Conditionnel Présent
je peroxyderais
tu peroxyderais
il; elle peroxyderait
nous peroxyderions
vous peroxyderiez
ils; elles peroxyderaient

Conditionnel Passé
j`aurais peroxydé
tu aurais peroxydé
il; elle aurait peroxydé
nous aurions peroxydé
vous auriez peroxydé
ils; elles auraient peroxydé

Impératif Présent
(tu) peroxyde, (nous) peroxydons
(vous) peroxydez


Voorbeelden

  1. Voici du peroxyde.
    Ik heb waterstofperoxide.
  2. Et le peroxyde d' acétone?
    En de acetonperoxide?
  3. Les couleurs à cheveux ont du peroxyde.
    Haarverf' s got peroxide.
  4. Et il a suffit d' une bouteille de peroxyde.
    En er was alleen een fles peroxide voor nodig.
  5. Le peroxyde d' hydrogène n' est pas utilisé pour cuisiner.
    Waterstofperoxide wordt niet gebruikt bij het koken van meth.
  6. S' ils ont du peroxyde, une trousse de premiers soins, qu' importe!
    Kijk of ze iets met peroxide hebben, Verband trommel, of iets!
  7. J' ai utilisé peroxyde d' hydrogène et phénolphtaléine dans le buste d' Anok.
    Ik heb fenolftaline en waterstofperoxide gebruikt in de borstkas van Anok.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try