NL: perfectioneren U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
geperfectioneerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik perfectioneer jij perfectioneert hij perfectioneert wij perfectioneren jullie perfectioneren zij perfectioneren
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb geperfectioneerd jij hebt geperfectioneerd hij heeft geperfectioneerd wij hebben geperfectioneerd jullie hebben geperfectioneerd zij hebben geperfectioneerd
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik perfectioneerde jij perfectioneerde hij perfectioneerde wij perfectioneerden jullie perfectioneerden zij perfectioneerden
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had geperfectioneerd jij had geperfectioneerd hij had geperfectioneerd wij hadden geperfectioneerd jullie hadden geperfectioneerd zij hadden geperfectioneerd
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal perfectioneren jij zult perfectioneren hij zal perfectioneren wij zullen perfectioneren jullie zullen perfectioneren zij zullen perfectioneren
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal geperfectioneerd hebben jij zult geperfectioneerd hebben hij zal geperfectioneerd hebben wij zullen geperfectioneerd hebben jullie zullen geperfectioneerd hebben zij zullen geperfectioneerd hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou perfectioneren jij zou perfectioneren hij zou perfectioneren wij zouden perfectioneren jullie zouden perfectioneren zij zouden perfectioneren
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou geperfectioneerd hebben jij zou geperfectioneerd hebben hij zou geperfectioneerd hebben wij zouden geperfectioneerd hebben jullie zouden geperfectioneerd hebben zij zouden geperfectioneerd hebben
|
| Gebiedende wijs |
perfectioneer
|
| Aanvoegende wijs |
| perfectionere |