Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: pendelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gependeld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik pendel
jij pendelt
hij pendelt
wij pendelen
jullie pendelen
zij pendelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gependeld
jij hebt gependeld
hij heeft gependeld
wij hebben gependeld
jullie hebben gependeld
zij hebben gependeld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik pendelde
jij pendelde
hij pendelde
wij pendelden
jullie pendelden
zij pendelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gependeld
jij had gependeld
hij had gependeld
wij hadden gependeld
jullie hadden gependeld
zij hadden gependeld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal pendelen
jij zult pendelen
hij zal pendelen
wij zullen pendelen
jullie zullen pendelen
zij zullen pendelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gependeld hebben
jij zult gependeld hebben
hij zal gependeld hebben
wij zullen gependeld hebben
jullie zullen gependeld hebben
zij zullen gependeld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou pendelen
jij zou pendelen
hij zou pendelen
wij zouden pendelen
jullie zouden pendelen
zij zouden pendelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gependeld hebben
jij zou gependeld hebben
hij zou gependeld hebben
wij zouden gependeld hebben
jullie zouden gependeld hebben
zij zouden gependeld hebben

Gebiedende wijs
pendel

Aanvoegende wijs
pendele

Voorbeelden

  1. Misschien de pendel.
    It could be the shuttle.
  2. Daar is de pendel.
    There 's the shuttle!
  3. Ga naar de pendel.
    Get to the shuttle.
  4. Iedereen, naar die pendel.
    All units, make for that shuttle.
  5. De pendel is defect!
    The pod 's malfunctioned!
  6. Wie bestuurt deze pendel?
    Who is flying this shuttle?
  7. Ik geef hun de pendel.
    I 'm giving them the pendant.
  8. De pendel Sublight van Aarde.
    Sublight shuttle and Earth.
  9. Ja, maar ik pendel niet.
    No, I don 't do them.
  10. Ik pendel wel heen en weer.
    I 'll commute back and forth.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden