NL: peacekeepen U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
| Voltooid deelwoord |
gepeacekeept
|
| Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik peacekeep jij peacekeept hij peacekeept wij peacekeepen jullie peacekeepen zij peacekeepen
|
| Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gepeacekeept jij hebt gepeacekeept hij heeft gepeacekeept wij hebben gepeacekeept jullie hebben gepeacekeept zij hebben gepeacekeept
|
| Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik peacekeepte jij peacekeepte hij peacekeepte wij peacekeepten jullie peacekeepten zij peacekeepten
|
| Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gepeacekeept jij had gepeacekeept hij had gepeacekeept wij hadden gepeacekeept jullie hadden gepeacekeept zij hadden gepeacekeept
|
| Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal peacekeepen jij zult peacekeepen hij zal peacekeepen wij zullen peacekeepen jullie zullen peacekeepen zij zullen peacekeepen
|
| Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gepeacekeept hebben jij zult gepeacekeept hebben hij zal gepeacekeept hebben wij zullen gepeacekeept hebben jullie zullen gepeacekeept hebben zij zullen gepeacekeept hebben
|
| Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou peacekeepen jij zou peacekeepen hij zou peacekeepen wij zouden peacekeepen jullie zouden peacekeepen zij zouden peacekeepen
|
| Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gepeacekeept hebben jij zou gepeacekeept hebben hij zou gepeacekeept hebben wij zouden gepeacekeept hebben jullie zouden gepeacekeept hebben zij zouden gepeacekeept hebben
|
| Gebiedende wijs |
peacekeep
|
| Aanvoegende wijs |
| peacekeepe |