Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: parttimen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geparttimed

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik parttime
jij parttimet
hij parttimet
wij parttimen
jullie parttimen
zij parttimen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geparttimed
jij hebt geparttimed
hij heeft geparttimed
wij hebben geparttimed
jullie hebben geparttimed
zij hebben geparttimed

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik parttimede
jij parttimede
hij parttimede
wij parttimeden
jullie parttimeden
zij parttimeden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geparttimed
jij had geparttimed
hij had geparttimed
wij hadden geparttimed
jullie hadden geparttimed
zij hadden geparttimed

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal parttimen
jij zult parttimen
hij zal parttimen
wij zullen parttimen
jullie zullen parttimen
zij zullen parttimen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geparttimed hebben
jij zult geparttimed hebben
hij zal geparttimed hebben
wij zullen geparttimed hebben
jullie zullen geparttimed hebben
zij zullen geparttimed hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou parttimen
jij zou parttimen
hij zou parttimen
wij zouden parttimen
jullie zouden parttimen
zij zouden parttimen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geparttimed hebben
jij zou geparttimed hebben
hij zou geparttimed hebben
wij zouden geparttimed hebben
jullie zouden geparttimed hebben
zij zouden geparttimed hebben

Gebiedende wijs
parttime

Aanvoegende wijs
parttime

Voorbeelden

  1. Parttime reisagent, parttime stripper... en fulltime Iiefdesmachine.
    Part-time travel agent, part-time stripper and full-time love machine.
  2. Veel parttime banen.
    Lots of part-time jobs.
  3. Ze werkte parttime.
    She was working part-time.
  4. Zelfs niet parttime?
    Not even part-time?
  5. Je begint parttime.
    You start part-time.
  6. Ik hier parttime werken?
    Me working part-time here?
  7. Rodrigo is parttime chauffeur.
    Rodrigo 's a part-time driver.
  8. Het is maar parttime.
    It 's just part-time.
  9. Hij is parttime model.
    He 's a part-time model.
  10. Dit is slechts parttime.
    This is a part-time position.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden