Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: pardonneren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gepardonneerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik pardonneer
jij pardonneert
hij pardonneert
wij pardonneren
jullie pardonneren
zij pardonneren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gepardonneerd
jij hebt gepardonneerd
hij heeft gepardonneerd
wij hebben gepardonneerd
jullie hebben gepardonneerd
zij hebben gepardonneerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik pardonneerde
jij pardonneerde
hij pardonneerde
wij pardonneerden
jullie pardonneerden
zij pardonneerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gepardonneerd
jij had gepardonneerd
hij had gepardonneerd
wij hadden gepardonneerd
jullie hadden gepardonneerd
zij hadden gepardonneerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal pardonneren
jij zult pardonneren
hij zal pardonneren
wij zullen pardonneren
jullie zullen pardonneren
zij zullen pardonneren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gepardonneerd hebben
jij zult gepardonneerd hebben
hij zal gepardonneerd hebben
wij zullen gepardonneerd hebben
jullie zullen gepardonneerd hebben
zij zullen gepardonneerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou pardonneren
jij zou pardonneren
hij zou pardonneren
wij zouden pardonneren
jullie zouden pardonneren
zij zouden pardonneren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gepardonneerd hebben
jij zou gepardonneerd hebben
hij zou gepardonneerd hebben
wij zouden gepardonneerd hebben
jullie zouden gepardonneerd hebben
zij zouden gepardonneerd hebben

Gebiedende wijs
pardonneer

Aanvoegende wijs
pardonnere

Voorbeelden

  1. Je kunt hem pardonneren.
    You can pardon him.
  2. Ik smeek de dames me te pardonneren.
    Begging the lady 's pardon.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden