Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: paralyseren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geparalyseerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik paralyseer
jij paralyseert
hij paralyseert
wij paralyseren
jullie paralyseren
zij paralyseren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geparalyseerd
jij hebt geparalyseerd
hij heeft geparalyseerd
wij hebben geparalyseerd
jullie hebben geparalyseerd
zij hebben geparalyseerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik paralyseerde
jij paralyseerde
hij paralyseerde
wij paralyseerden
jullie paralyseerden
zij paralyseerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geparalyseerd
jij had geparalyseerd
hij had geparalyseerd
wij hadden geparalyseerd
jullie hadden geparalyseerd
zij hadden geparalyseerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal paralyseren
jij zult paralyseren
hij zal paralyseren
wij zullen paralyseren
jullie zullen paralyseren
zij zullen paralyseren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geparalyseerd hebben
jij zult geparalyseerd hebben
hij zal geparalyseerd hebben
wij zullen geparalyseerd hebben
jullie zullen geparalyseerd hebben
zij zullen geparalyseerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou paralyseren
jij zou paralyseren
hij zou paralyseren
wij zouden paralyseren
jullie zouden paralyseren
zij zouden paralyseren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geparalyseerd hebben
jij zou geparalyseerd hebben
hij zou geparalyseerd hebben
wij zouden geparalyseerd hebben
jullie zouden geparalyseerd hebben
zij zouden geparalyseerd hebben

Gebiedende wijs
paralyseer

Aanvoegende wijs
paralysere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden