Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: pantseren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
gepantserd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik pantser
jij pantsert
hij pantsert
wij pantseren
jullie pantseren
zij pantseren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb gepantserd
jij hebt gepantserd
hij heeft gepantserd
wij hebben gepantserd
jullie hebben gepantserd
zij hebben gepantserd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik pantserde
jij pantserde
hij pantserde
wij pantserden
jullie pantserden
zij pantserden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had gepantserd
jij had gepantserd
hij had gepantserd
wij hadden gepantserd
jullie hadden gepantserd
zij hadden gepantserd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal pantseren
jij zult pantseren
hij zal pantseren
wij zullen pantseren
jullie zullen pantseren
zij zullen pantseren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal gepantserd hebben
jij zult gepantserd hebben
hij zal gepantserd hebben
wij zullen gepantserd hebben
jullie zullen gepantserd hebben
zij zullen gepantserd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou pantseren
jij zou pantseren
hij zou pantseren
wij zouden pantseren
jullie zouden pantseren
zij zouden pantseren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou gepantserd hebben
jij zou gepantserd hebben
hij zou gepantserd hebben
wij zouden gepantserd hebben
jullie zouden gepantserd hebben
zij zouden gepantserd hebben

Gebiedende wijs
pantser

Aanvoegende wijs
pantsere

Voorbeelden

  1. Lorenzo, het pantser.
    Lorenzo, the armor.
  2. Polariseer het pantser.
    Polarize the hull plating.
  3. Het pantser beschermde me.
    Armor protected me.
  4. Een nieuw pantser, zeker?
    That 's new armor, isn 't it?
  5. Hun pantser is aangepast.
    They 've adapted their armour.
  6. Geloof is ons enige pantser.
    Faith is the only armour we need.
  7. Je pantser ving het op.
    Your armor caught it.
  8. Herken je het pantser, Vlad?
    Recognize the armor, Vlad?
  9. Het pantser van de Draak.
    The armor of the Dragon.
  10. Twee mannen in de pantser.
    Two men on the tank!

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden