NL: pagineren U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
gepagineerd
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik pagineer jij pagineert hij pagineert wij pagineren jullie pagineren zij pagineren
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb gepagineerd jij hebt gepagineerd hij heeft gepagineerd wij hebben gepagineerd jullie hebben gepagineerd zij hebben gepagineerd
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik pagineerde jij pagineerde hij pagineerde wij pagineerden jullie pagineerden zij pagineerden
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had gepagineerd jij had gepagineerd hij had gepagineerd wij hadden gepagineerd jullie hadden gepagineerd zij hadden gepagineerd
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal pagineren jij zult pagineren hij zal pagineren wij zullen pagineren jullie zullen pagineren zij zullen pagineren
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal gepagineerd hebben jij zult gepagineerd hebben hij zal gepagineerd hebben wij zullen gepagineerd hebben jullie zullen gepagineerd hebben zij zullen gepagineerd hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou pagineren jij zou pagineren hij zou pagineren wij zouden pagineren jullie zouden pagineren zij zouden pagineren
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou gepagineerd hebben jij zou gepagineerd hebben hij zou gepagineerd hebben wij zouden gepagineerd hebben jullie zouden gepagineerd hebben zij zouden gepagineerd hebben
|
Gebiedende wijs |
pagineer
|
Aanvoegende wijs |
paginere |