Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: overweldigen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
overweldigd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik overweldig
jij overweldigt
hij overweldigt
wij overweldigen
jullie overweldigen
zij overweldigen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb overweldigd
jij hebt overweldigd
hij heeft overweldigd
wij hebben overweldigd
jullie hebben overweldigd
zij hebben overweldigd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik overweldigde
jij overweldigde
hij overweldigde
wij overweldigden
jullie overweldigden
zij overweldigden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had overweldigd
jij had overweldigd
hij had overweldigd
wij hadden overweldigd
jullie hadden overweldigd
zij hadden overweldigd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal overweldigen
jij zult overweldigen
hij zal overweldigen
wij zullen overweldigen
jullie zullen overweldigen
zij zullen overweldigen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal overweldigd hebben
jij zult overweldigd hebben
hij zal overweldigd hebben
wij zullen overweldigd hebben
jullie zullen overweldigd hebben
zij zullen overweldigd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou overweldigen
jij zou overweldigen
hij zou overweldigen
wij zouden overweldigen
jullie zouden overweldigen
zij zouden overweldigen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou overweldigd hebben
jij zou overweldigd hebben
hij zou overweldigd hebben
wij zouden overweldigd hebben
jullie zouden overweldigd hebben
zij zouden overweldigd hebben

Gebiedende wijs
overweldig

Aanvoegende wijs
overweldige

Voorbeelden

  1. Overweldig Whistler yeh!
    Wow Whistler yeh!
  2. Of het kan hem overweldigen.
    Or it could overwhelm him.
  3. Laat je niet overweldigen, Mr.
    Don 't get carried away, mr.
  4. Ik laat me niet overweldigen.
    Not gonna let myself get overwhelmed.
  5. Nemen we vuur mee, overweldigen hem.
    So we bring fire, overpower him.
  6. We laten de angst ons gewoon overweldigen.
    We just surrender and let the fear overwhelm us.
  7. Ze hadden ons op ieder moment kunnen overweldigen.
    They could 've overrun us at any point during the night.
  8. Gary beschuldigd was van het overweldigen van Abigail.
    Gary had been accused of assaulting Abigail.
  9. Als ze hun boten samenbrengen zal hun kracht ons overweldigen.
    If the Spanish fleet unites the barges their combined strength will overwhelm us.
  10. Als ik het probeer te absorberen, kan de kracht me overweldigen.
    If I try to absorb it, the power may overwhelm me.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden