Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: overvallen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
overvallen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik overval
jij overvalt
hij overvalt
wij overvallen
jullie overvallen
zij overvallen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb overvallen
jij hebt overvallen
hij heeft overvallen
wij hebben overvallen
jullie hebben overvallen
zij hebben overvallen

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik overviel
jij overviel
hij overviel
wij overvielen
jullie overvielen
zij overvielen

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had overvallen
jij had overvallen
hij had overvallen
wij hadden overvallen
jullie hadden overvallen
zij hadden overvallen

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal overvallen
jij zult overvallen
hij zal overvallen
wij zullen overvallen
jullie zullen overvallen
zij zullen overvallen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal overvallen hebben
jij zult overvallen hebben
hij zal overvallen hebben
wij zullen overvallen hebben
jullie zullen overvallen hebben
zij zullen overvallen hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou overvallen
jij zou overvallen
hij zou overvallen
wij zouden overvallen
jullie zouden overvallen
zij zouden overvallen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou overvallen hebben
jij zou overvallen hebben
hij zou overvallen hebben
wij zouden overvallen hebben
jullie zouden overvallen hebben
zij zouden overvallen hebben

Gebiedende wijs
overval

Aanvoegende wijs
overvalle

Voorbeelden

  1. Een riskantere overval.
    It 's a riskier attack.
  2. Overval met moord?
    Robbery homicide?
  3. ... rond deze overval...
    ... continues to surround this robbery.
  4. Was geen overval.
    Wasn 't a robbery.
  5. De Lufthansa-overval.
    The Lufthansa heist.
  6. Tijdens de overval?
    During the robbery?
  7. Van welke overval?
    From which robbery?
  8. Overval ìs misgegaan.
    Mugging gone wrong.
  9. Een romantische overval.
    A romantic mugging.
  10. Een... Laatste... Overval.
    One... final... jobber.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden