Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: overspoelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
overspoeld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik overspoel
jij overspoelt
hij overspoelt
wij overspoelen
jullie overspoelen
zij overspoelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb overspoeld
jij hebt overspoeld
hij heeft overspoeld
wij hebben overspoeld
jullie hebben overspoeld
zij hebben overspoeld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik overspoelde
jij overspoelde
hij overspoelde
wij overspoelden
jullie overspoelden
zij overspoelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had overspoeld
jij had overspoeld
hij had overspoeld
wij hadden overspoeld
jullie hadden overspoeld
zij hadden overspoeld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal overspoelen
jij zult overspoelen
hij zal overspoelen
wij zullen overspoelen
jullie zullen overspoelen
zij zullen overspoelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal overspoeld hebben
jij zult overspoeld hebben
hij zal overspoeld hebben
wij zullen overspoeld hebben
jullie zullen overspoeld hebben
zij zullen overspoeld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou overspoelen
jij zou overspoelen
hij zou overspoelen
wij zouden overspoelen
jullie zouden overspoelen
zij zouden overspoelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou overspoeld hebben
jij zou overspoeld hebben
hij zou overspoeld hebben
wij zouden overspoeld hebben
jullie zouden overspoeld hebben
zij zouden overspoeld hebben

Gebiedende wijs
overspoel

Aanvoegende wijs
overspoele

Voorbeelden

  1. Overspoel de markt.
    Flood the market.
  2. Overspoel de straten met agenten.
    Flood the streets with officers.
  3. Ik overspoel het web met virussen om ze af te remmen, maar wie dit ook doet is erg goed.
    I 'm flooding the web with viruses to slow them down, but whoever 's doing this is good.
  4. De fabriek overspoelen?
    Flooding the mill with crank?
  5. We moeten de kamer overspoelen.
    We have to flood the chamber!
  6. De Britten willen overspoelen, niet druppelen.
    The British need a flood, not a trickle.
  7. Door hem te overspoelen met schuldgevoel?
    By bludgeoning him with guilt?
  8. En de hemelen overspoelen ons met goud.
    And the heavens shower us with gold.
  9. Ze overspoelen het Internet met gewijzigde video.
    The just flood the Internet with altered video.
  10. André is van plan de rebellenstaten daarmee te overspoelen.
    André plans to flood the rebel states with them.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden