Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: overspannen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
overspannen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik overspan
jij overspant
hij overspant
wij overspannen
jullie overspannen
zij overspannen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb overspannen
jij hebt overspannen
hij heeft overspannen
wij hebben overspannen
jullie hebben overspannen
zij hebben overspannen

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik overspande
jij overspande
hij overspande
wij overspanden
jullie overspanden
zij overspanden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had overspannen
jij had overspannen
hij had overspannen
wij hadden overspannen
jullie hadden overspannen
zij hadden overspannen

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal overspannen
jij zult overspannen
hij zal overspannen
wij zullen overspannen
jullie zullen overspannen
zij zullen overspannen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal overspannen hebben
jij zult overspannen hebben
hij zal overspannen hebben
wij zullen overspannen hebben
jullie zullen overspannen hebben
zij zullen overspannen hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou overspannen
jij zou overspannen
hij zou overspannen
wij zouden overspannen
jullie zouden overspannen
zij zouden overspannen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou overspannen hebben
jij zou overspannen hebben
hij zou overspannen hebben
wij zouden overspannen hebben
jullie zouden overspannen hebben
zij zouden overspannen hebben

Gebiedende wijs
overspan

Aanvoegende wijs
overspanne

Voorbeelden

  1. Overspannen, eigenlijk.
    Overloading, to be more accurate.
  2. overspannen piloot.
    overworked pilot.
  3. Je bent overspannen.
    You 're over-stressed.
  4. Jullie raken overspannen.
    You get burned out.
  5. Je bent overspannen.
    You 're stressed-out.
  6. Doe niet zo overspannen.
    You 're acting insane.
  7. Ja, ze waren overspannen.
    Yes, they were overwrought.
  8. Mr. Brunson was overspannen.
    Mr. Brunson was overwrought.
  9. Ze is licht overspannen.
    She 's having a mini-meltdown.
  10. Maman, je bent overspannen.
    Maman, you are overstressed.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden