Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: overrulen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
overruled

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik overrule
jij overrulet
hij overrulet
wij overrulen
jullie overrulen
zij overrulen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb overruled
jij hebt overruled
hij heeft overruled
wij hebben overruled
jullie hebben overruled
zij hebben overruled

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik overrulede
jij overrulede
hij overrulede
wij overruleden
jullie overruleden
zij overruleden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had overruled
jij had overruled
hij had overruled
wij hadden overruled
jullie hadden overruled
zij hadden overruled

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal overrulen
jij zult overrulen
hij zal overrulen
wij zullen overrulen
jullie zullen overrulen
zij zullen overrulen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal overruled hebben
jij zult overruled hebben
hij zal overruled hebben
wij zullen overruled hebben
jullie zullen overruled hebben
zij zullen overruled hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou overrulen
jij zou overrulen
hij zou overrulen
wij zouden overrulen
jullie zouden overrulen
zij zouden overrulen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou overruled hebben
jij zou overruled hebben
hij zou overruled hebben
wij zouden overruled hebben
jullie zouden overruled hebben
zij zouden overruled hebben

Gebiedende wijs
overrule

Aanvoegende wijs
overrule

Voorbeelden

  1. Weet je zeker dat er een overrule code is?
    You sure there 's actually an override code?
  2. Ik kan die beslissing niet overrulen.
    That 's too close for me to overrule.
  3. Probeer ik Claire hiermee te overrulen?
    Am I trying to stack the deck against Claire here?
  4. Oh, je gaat me te overrulen over zeggen?
    Oh, you going to overrule me on that too?
  5. Ik heb niet overrulen je aan de andere.
    I didn 't overrule you on the other.
  6. Hij zou geweten hebben hoe je de autocontrol moest overrulen.
    He... he would 've known how to override the autocontrol.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden