Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to overrule    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
overruling

Present simple (ott)
I overrule
you overrule
he overrules
we overrule
you overrule
they overrule

Present perfect (vtt)
I have overruled
you have overruled
he has overruled
we have overruled
you have overruled
they have overruled

Past Simple (ovt)
I overruled
you overruled
he overruled
we overruled
you overruled
they overruled

Past perfect (vvt)
I had overruled
you had overruled
he had overruled
we had overruled
you had overruled
they had overruled

Present future (ottt)
I will overrule
you will overrule
he will overrule
we will overrule
you will overrule
they will overrule

Present future perfect (vttt)
I will have overruled
you will have overruled
he will have overruled
we will have overruled
you will have overruled
they will have overruled

Past future (ovtt)
I would overrule
you would overrule
he would overrule
we would overrule
you would overrule
they would overrule

Past future perfect (vvtt)
I would have overruled
you would have overruled
he would have overruled
we would have overruled
you would have overruled
they would have overruled


Voorbeelden

  1. No, that I 'll overrule.
    Nee, deze wijs ik af.
  2. I let you overrule me before.
    Ik liet je al eerder gaan.
  3. I 'm going to overrule the objection.
    Ik verwerp het bezwaar.
  4. That 's too close for me to overrule.
    Ik kan die beslissing niet overrulen.
  5. I didn 't overrule you on the other.
    Ik heb niet overrulen je aan de andere.
  6. Oh, you going to overrule me on that too?
    Oh, je gaat me te overrulen over zeggen?
  7. According to this, this case would overrule your objection.
    Volgens dit, zou deze zaak uw protest nietig verklaren.
  8. But I 'm going to have to overrule that objection.
    Maar ik zal dat bezwaar moeten gaan verwerpen.
  9. And when you overrule me in the Senate, we 'll let the third branch decide.
    Als de Senaat dat nietig verklaart, mag de rechter beslissen.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden