Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: overmeesteren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
overmeesterd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik overmeester
jij overmeestert
hij overmeestert
wij overmeesteren
jullie overmeesteren
zij overmeesteren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb overmeesterd
jij hebt overmeesterd
hij heeft overmeesterd
wij hebben overmeesterd
jullie hebben overmeesterd
zij hebben overmeesterd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik overmeesterde
jij overmeesterde
hij overmeesterde
wij overmeesterden
jullie overmeesterden
zij overmeesterden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had overmeesterd
jij had overmeesterd
hij had overmeesterd
wij hadden overmeesterd
jullie hadden overmeesterd
zij hadden overmeesterd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal overmeesteren
jij zult overmeesteren
hij zal overmeesteren
wij zullen overmeesteren
jullie zullen overmeesteren
zij zullen overmeesteren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal overmeesterd hebben
jij zult overmeesterd hebben
hij zal overmeesterd hebben
wij zullen overmeesterd hebben
jullie zullen overmeesterd hebben
zij zullen overmeesterd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou overmeesteren
jij zou overmeesteren
hij zou overmeesteren
wij zouden overmeesteren
jullie zouden overmeesteren
zij zouden overmeesteren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou overmeesterd hebben
jij zou overmeesterd hebben
hij zou overmeesterd hebben
wij zouden overmeesterd hebben
jullie zouden overmeesterd hebben
zij zouden overmeesterd hebben

Gebiedende wijs
overmeester

Aanvoegende wijs
overmeestere

Voorbeelden

  1. Wie zegt dat ik je niet overmeester?
    Who 's to say I didn 't overpower you?
  2. We overmeesteren hem.
    We overpower him.
  3. Niemand gaat je overmeesteren.
    No one 's going to overpower you.
  4. Ze overmeesteren de schutter.
    The other guards are wrestling the shooter.
  5. We overmeesteren het schip.
    We 're taking over the ship.
  6. We konden ze overmeesteren.
    We could have taken them.
  7. De Fransen overmeesteren onze schepen.
    The French have captured over 300 of our trading vessels.
  8. Zo weet ze ze te overmeesteren.
    That 's how she overwhelms them.
  9. Sergeant Hobart kon hem amper overmeesteren.
    Sergeant Hobart managed to subdue him.
  10. Demonen zijn de wereld aan het overmeesteren.
    Demons are taking over the world.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden