Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: overmaken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
overgemaakt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik maak over
jij maakt over
hij maakt over
wij maken over
jullie maken over
zij maken over

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik overmaak
dat jij overmaakt
dat hij overmaakt
dat wij overmaken
dat jullie overmaken
dat zij overmaken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb overgemaakt
jij hebt overgemaakt
hij heeft overgemaakt
wij hebben overgemaakt
jullie hebben overgemaakt
zij hebben overgemaakt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik maakte over
jij maakte over
hij maakte over
wij maakten over
jullie maakten over
zij maakten over

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik overmaakte
dat jij overmaakte
dat hij overmaakte
dat wij overmaakten
dat jullie overmaakten
dat zij overmaakten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had overgemaakt
jij had overgemaakt
hij had overgemaakt
wij hadden overgemaakt
jullie hadden overgemaakt
zij hadden overgemaakt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal overmaken
jij zult overmaken
hij zal overmaken
wij zullen overmaken
jullie zullen overmaken
zij zullen overmaken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal overgemaakt hebben
jij zult overgemaakt hebben
hij zal overgemaakt hebben
wij zullen overgemaakt hebben
jullie zullen overgemaakt hebben
zij zullen overgemaakt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou overmaken
jij zou overmaken
hij zou overmaken
wij zouden overmaken
jullie zouden overmaken
zij zouden overmaken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou overgemaakt hebben
jij zou overgemaakt hebben
hij zou overgemaakt hebben
wij zouden overgemaakt hebben
jullie zouden overgemaakt hebben
zij zouden overgemaakt hebben

Gebiedende wijs
maak over

Aanvoegende wijs
overmake

Voorbeelden

  1. Omdat ik me druk maak over hun reputatie.
    You know why? Because I was concerned about their reputations.
  2. Is er geen film in de maak over u?
    Isn 'tthere a movie in the works?
  3. Hij gelooft zeker niet dat ik een verslag maak over metafysica?
    He didn 't believe I 'm preparing a paper on metaphysics.
  4. U weet heel goed dat Ik me zorgen maak over Frank.
    You know very well how I worry about Frank.
  5. Nee, ik zou niet zeggen dat ik me zorgen maak over Mitch.
    No, I wouldn 't say I 'm worried about Mitch.
  6. Overmaken op deze rekening.
    I want it transferred to this account.
  7. Kate kan het geld overmaken.
    Kate can wire the money.
  8. Kan ik het ook overmaken?
    Will a money order be okay?
  9. Oké, maar ik vertel het alleen aan jou omdat ik me echt zorgen maak over haar.
    Okay, but I 'm only telling you because I 'm really worried about her.
  10. Ik weet niet waarom ik me altijd zo zorgen maak over wat anderen van me denken.
    I-i n 't know why I 'm always so worried Abt what people might think of me.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden