Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: overklassen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
overklast

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik overklas
jij overklast
hij overklast
wij overklassen
jullie overklassen
zij overklassen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb overklast
jij hebt overklast
hij heeft overklast
wij hebben overklast
jullie hebben overklast
zij hebben overklast

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik overklaste
jij overklaste
hij overklaste
wij overklasten
jullie overklasten
zij overklasten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had overklast
jij had overklast
hij had overklast
wij hadden overklast
jullie hadden overklast
zij hadden overklast

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal overklassen
jij zult overklassen
hij zal overklassen
wij zullen overklassen
jullie zullen overklassen
zij zullen overklassen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal overklast hebben
jij zult overklast hebben
hij zal overklast hebben
wij zullen overklast hebben
jullie zullen overklast hebben
zij zullen overklast hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou overklassen
jij zou overklassen
hij zou overklassen
wij zouden overklassen
jullie zouden overklassen
zij zouden overklassen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou overklast hebben
jij zou overklast hebben
hij zou overklast hebben
wij zouden overklast hebben
jullie zouden overklast hebben
zij zouden overklast hebben

Gebiedende wijs
overklas

Aanvoegende wijs
overklasse

Voorbeelden

  1. Nou, je wil Jane niet weer de kans geven je te overklassen, of wel?
    Well, you don 't want to give Jane another chance to overshadow you, do you?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden