Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: overhevelen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
overgeheveld

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik hevel over
jij hevelt over
hij hevelt over
wij hevelen over
jullie hevelen over
zij hevelen over

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik overhevel
dat jij overhevelt
dat hij overhevelt
dat wij overhevelen
dat jullie overhevelen
dat zij overhevelen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb overgeheveld
jij hebt overgeheveld
hij heeft overgeheveld
wij hebben overgeheveld
jullie hebben overgeheveld
zij hebben overgeheveld

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik hevelde over
jij hevelde over
hij hevelde over
wij hevelden over
jullie hevelden over
zij hevelden over

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik overhevelde
dat jij overhevelde
dat hij overhevelde
dat wij overhevelden
dat jullie overhevelden
dat zij overhevelden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had overgeheveld
jij had overgeheveld
hij had overgeheveld
wij hadden overgeheveld
jullie hadden overgeheveld
zij hadden overgeheveld

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal overhevelen
jij zult overhevelen
hij zal overhevelen
wij zullen overhevelen
jullie zullen overhevelen
zij zullen overhevelen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal overgeheveld hebben
jij zult overgeheveld hebben
hij zal overgeheveld hebben
wij zullen overgeheveld hebben
jullie zullen overgeheveld hebben
zij zullen overgeheveld hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou overhevelen
jij zou overhevelen
hij zou overhevelen
wij zouden overhevelen
jullie zouden overhevelen
zij zouden overhevelen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou overgeheveld hebben
jij zou overgeheveld hebben
hij zou overgeheveld hebben
wij zouden overgeheveld hebben
jullie zouden overgeheveld hebben
zij zouden overgeheveld hebben

Gebiedende wijs
hevel over

Aanvoegende wijs
overhevele

Voorbeelden

  1. Ik zal de systemen overhevelen.
    I 'll offload the systems.
  2. Misschien dat iemand het kan overhevelen.
    Maybe someone can siphon it away.
  3. Ik moet even wat geld overhevelen.
    I do have to switch some funds.
  4. We kunnen niet genoeg energie overhevelen.
    There 's no way to siphon enough power.
  5. We moeten meer energie overhevelen om hem tevoorschijn te dwingen.
    We need to siphon more power in order to force him out into the open.
  6. Het is alsof ze de hele dag geld aan het overhevelen zijn.
    It 's like they 're siphoning money all day long.
  7. Uw vrouw is geld aan het overhevelen op een buitenlandse rekening 9.000 dollar per keer.
    Your wife has been wiring money to an offshore account in $ 9,000 increments.
  8. We liepen zijn kantoor in en vertelde dat zijn vrouw geld aan het overhevelen is.
    We walked into his office and told him we knew his wife is siphoning his money.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden