Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: overheersen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
overheerst

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik overheers
jij overheerst
hij overheerst
wij overheersen
jullie overheersen
zij overheersen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb overheerst
jij hebt overheerst
hij heeft overheerst
wij hebben overheerst
jullie hebben overheerst
zij hebben overheerst

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik overheerste
jij overheerste
hij overheerste
wij overheersten
jullie overheersten
zij overheersten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had overheerst
jij had overheerst
hij had overheerst
wij hadden overheerst
jullie hadden overheerst
zij hadden overheerst

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal overheersen
jij zult overheersen
hij zal overheersen
wij zullen overheersen
jullie zullen overheersen
zij zullen overheersen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal overheerst hebben
jij zult overheerst hebben
hij zal overheerst hebben
wij zullen overheerst hebben
jullie zullen overheerst hebben
zij zullen overheerst hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou overheersen
jij zou overheersen
hij zou overheersen
wij zouden overheersen
jullie zouden overheersen
zij zouden overheersen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou overheerst hebben
jij zou overheerst hebben
hij zou overheerst hebben
wij zouden overheerst hebben
jullie zouden overheerst hebben
zij zouden overheerst hebben

Gebiedende wijs
overheers

Aanvoegende wijs
overheerse

Voorbeelden

  1. Jij gaat niet overheersen.
    You will not prevail.
  2. Bloedbanden overheersen het oordeel.
    Blood ties overtake judgment.
  3. Laat je niet overheersen.
    Don 't let it take you over.
  4. India overheersen was fout.
    Ruling India was wrong.
  5. We overheersen op 3.
    We 're gonna dominate on 3.
  6. 1, 2, 3, overheersen.
    1, 2, 3, dominate!
  7. Hij zal ons overheersen.
    He 'll control us all.
  8. De Witte Geest zal overheersen.
    The White Spirit will prevail.
  9. Onze emoties mogen niet overheersen.
    We can 't let our feelings get in the way.
  10. Hij wil heel Japan overheersen.
    He wants to rule all of Japan.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden