NL: overeenbrengen U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.
|
Voltooid deelwoord |
overeengebracht
|
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) |
ik breng overeen jij brengt overeen hij brengt overeen wij brengen overeen jullie brengen overeen zij brengen overeen
|
Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde |
dat ik overeenbreng dat jij overeenbrengt dat hij overeenbrengt dat wij overeenbrengen dat jullie overeenbrengen dat zij overeenbrengen
|
Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) |
ik heb overeengebracht jij hebt overeengebracht hij heeft overeengebracht wij hebben overeengebracht jullie hebben overeengebracht zij hebben overeengebracht
|
Onvoltooid verleden tijd (ovt) |
ik bracht overeen jij bracht overeen hij bracht overeen wij brachten overeen jullie brachten overeen zij brachten overeen
|
Verleden tijd, bijzinsvolgorde |
dat ik overeenbracht dat jij overeenbracht dat hij overeenbracht dat wij overeenbrachten dat jullie overeenbrachten dat zij overeenbrachten
|
Voltooid verleden tijd (vvt) |
ik had overeengebracht jij had overeengebracht hij had overeengebracht wij hadden overeengebracht jullie hadden overeengebracht zij hadden overeengebracht
|
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt) |
ik zal overeenbrengen jij zult overeenbrengen hij zal overeenbrengen wij zullen overeenbrengen jullie zullen overeenbrengen zij zullen overeenbrengen
|
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) |
ik zal overeengebracht hebben jij zult overeengebracht hebben hij zal overeengebracht hebben wij zullen overeengebracht hebben jullie zullen overeengebracht hebben zij zullen overeengebracht hebben
|
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) |
ik zou overeenbrengen jij zou overeenbrengen hij zou overeenbrengen wij zouden overeenbrengen jullie zouden overeenbrengen zij zouden overeenbrengen
|
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) |
ik zou overeengebracht hebben jij zou overeengebracht hebben hij zou overeengebracht hebben wij zouden overeengebracht hebben jullie zouden overeengebracht hebben zij zouden overeengebracht hebben
|
Gebiedende wijs |
breng overeen
|
Aanvoegende wijs |
overeenbrenge |