Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: overdrukken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
overgedrukt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik druk over
jij drukt over
hij drukt over
wij drukken over
jullie drukken over
zij drukken over

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik overdruk
dat jij overdrukt
dat hij overdrukt
dat wij overdrukken
dat jullie overdrukken
dat zij overdrukken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb overgedrukt
jij hebt overgedrukt
hij heeft overgedrukt
wij hebben overgedrukt
jullie hebben overgedrukt
zij hebben overgedrukt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik drukte over
jij drukte over
hij drukte over
wij drukten over
jullie drukten over
zij drukten over

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik overdrukte
dat jij overdrukte
dat hij overdrukte
dat wij overdrukten
dat jullie overdrukten
dat zij overdrukten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had overgedrukt
jij had overgedrukt
hij had overgedrukt
wij hadden overgedrukt
jullie hadden overgedrukt
zij hadden overgedrukt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal overdrukken
jij zult overdrukken
hij zal overdrukken
wij zullen overdrukken
jullie zullen overdrukken
zij zullen overdrukken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal overgedrukt hebben
jij zult overgedrukt hebben
hij zal overgedrukt hebben
wij zullen overgedrukt hebben
jullie zullen overgedrukt hebben
zij zullen overgedrukt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou overdrukken
jij zou overdrukken
hij zou overdrukken
wij zouden overdrukken
jullie zouden overdrukken
zij zouden overdrukken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou overgedrukt hebben
jij zou overgedrukt hebben
hij zou overgedrukt hebben
wij zouden overgedrukt hebben
jullie zouden overgedrukt hebben
zij zouden overgedrukt hebben

Gebiedende wijs
druk over

Aanvoegende wijs
overdrukke

Voorbeelden

  1. Maak je nergens druk over.
    Don 't worry about anything.
  2. Wie maakt zich druk over?
    Who cares about that?
  3. Maak je niet druk over mij.
    Don 't worry about me.
  4. Waar maken ze zich druk over?
    Hard to see what all the fuss is about.
  5. Jij maakt je druk over gebruik?
    You worried about the precedent?
  6. Maak je er niet druk over.
    T Rrdon 'ouwoy Abt It.
  7. Waar maak je je druk over?
    What is all this fuss about this girl?
  8. Maak je er niet druk over.
    Don 't worry about it.
  9. Maak je niet druk over haar.
    Don 't Worry about her.
  10. Maak je daar niet druk over.
    There 's no need to worry about that now.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden