Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: overdonderen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
overdonderd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik overdonder
jij overdondert
hij overdondert
wij overdonderen
jullie overdonderen
zij overdonderen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb overdonderd
jij hebt overdonderd
hij heeft overdonderd
wij hebben overdonderd
jullie hebben overdonderd
zij hebben overdonderd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik overdonderde
jij overdonderde
hij overdonderde
wij overdonderden
jullie overdonderden
zij overdonderden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had overdonderd
jij had overdonderd
hij had overdonderd
wij hadden overdonderd
jullie hadden overdonderd
zij hadden overdonderd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal overdonderen
jij zult overdonderen
hij zal overdonderen
wij zullen overdonderen
jullie zullen overdonderen
zij zullen overdonderen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal overdonderd hebben
jij zult overdonderd hebben
hij zal overdonderd hebben
wij zullen overdonderd hebben
jullie zullen overdonderd hebben
zij zullen overdonderd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou overdonderen
jij zou overdonderen
hij zou overdonderen
wij zouden overdonderen
jullie zouden overdonderen
zij zouden overdonderen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou overdonderd hebben
jij zou overdonderd hebben
hij zou overdonderd hebben
wij zouden overdonderd hebben
jullie zouden overdonderd hebben
zij zouden overdonderd hebben

Gebiedende wijs
overdonder

Aanvoegende wijs
overdondere

Voorbeelden

  1. Overdonder ze, Ik bel je later.
    Knock them dead. I 'll call you later.
  2. Overdonderen de Tropics.
    Running roughshod over the Tropics.
  3. Ik probeerde haar te overdonderen.
    I was trying to woo her.
  4. We willen hem niet overdonderen.
    We don 't want to overwhelm him.
  5. Is dat hoe je Mendez overdonderen?
    Is that how you browbeat Mendez?
  6. Eén huwelijk overdonderen volstaat niet voor jou?
    Crashing one wedding wasn 't enough for you?
  7. Wonderbaarlijk microscopisch leven, wier ontdekking de wetenschap deed overdonderen.
    Tantalising hints of microbial life, whose gifts might light the world.
  8. Voor je iets zegt, ik weet dat ze je overdonderen.
    Before you say anything, I know they 're coming on strong.
  9. Maar nu ik weet hoe goed hij is in het overdonderen...
    But now that I know how good he is at wooing...
  10. Nou, als je eenmaal haar aandacht hebt, dan moet je haar overdonderen.
    Well, once you have her attention, you 've gotta woo her.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden