Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: overdenken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
overdacht

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik overdenk
jij overdenkt
hij overdenkt
wij overdenken
jullie overdenken
zij overdenken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb overdacht
jij hebt overdacht
hij heeft overdacht
wij hebben overdacht
jullie hebben overdacht
zij hebben overdacht

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik overdacht
jij overdacht
hij overdacht
wij overdachten
jullie overdachten
zij overdachten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had overdacht
jij had overdacht
hij had overdacht
wij hadden overdacht
jullie hadden overdacht
zij hadden overdacht

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal overdenken
jij zult overdenken
hij zal overdenken
wij zullen overdenken
jullie zullen overdenken
zij zullen overdenken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal overdacht hebben
jij zult overdacht hebben
hij zal overdacht hebben
wij zullen overdacht hebben
jullie zullen overdacht hebben
zij zullen overdacht hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou overdenken
jij zou overdenken
hij zou overdenken
wij zouden overdenken
jullie zouden overdenken
zij zouden overdenken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou overdacht hebben
jij zou overdacht hebben
hij zou overdacht hebben
wij zouden overdacht hebben
jullie zouden overdacht hebben
zij zouden overdacht hebben

Gebiedende wijs
overdenk

Aanvoegende wijs
overdenke

Voorbeelden

  1. Overdenk je je overtuigingen?
    Re-evaluating your convictions?
  2. Overdenk dit niet, Einstein.
    Don 't overthink this, Einstein.
  3. Overdenk je daar de boel?
    What? To think things over? Yes.
  4. Ik overdenk alleen de gevolgen.
    I 'm just pondering the implications.
  5. Ik overdenk het allemaal niet goed.
    I 'm not thinking this through properly.
  6. Overdenk wat ik heb gezegd, lieveling.
    Think about what I 've said, darling.
  7. Hij vermaakt zich terwijl ik alles overdenk.
    He 's living it up while i deliberate.
  8. Ik zit in een dilemma, overdenk een probleem.
    I am in a quandary, contemplating a conundrum.
  9. Alsjeblieft, overdenk dit eenvoudige aanbod, denk er over na vannacht.
    Please, please consider this simple proposition, if only for tonight.
  10. Ik overdenk de gebreken van onze samenleving als ik in de bak zit.
    I 'll consider our societal flaws during my yard time in the big house.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden