Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: overbrieven

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
overgebriefd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik brief over
jij brieft over
hij brieft over
wij brieven over
jullie brieven over
zij brieven over

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik overbrief
dat jij overbrieft
dat hij overbrieft
dat wij overbrieven
dat jullie overbrieven
dat zij overbrieven

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb overgebriefd
jij hebt overgebriefd
hij heeft overgebriefd
wij hebben overgebriefd
jullie hebben overgebriefd
zij hebben overgebriefd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik briefde over
jij briefde over
hij briefde over
wij briefden over
jullie briefden over
zij briefden over

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik overbriefde
dat jij overbriefde
dat hij overbriefde
dat wij overbriefden
dat jullie overbriefden
dat zij overbriefden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had overgebriefd
jij had overgebriefd
hij had overgebriefd
wij hadden overgebriefd
jullie hadden overgebriefd
zij hadden overgebriefd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal overbrieven
jij zult overbrieven
hij zal overbrieven
wij zullen overbrieven
jullie zullen overbrieven
zij zullen overbrieven

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal overgebriefd hebben
jij zult overgebriefd hebben
hij zal overgebriefd hebben
wij zullen overgebriefd hebben
jullie zullen overgebriefd hebben
zij zullen overgebriefd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou overbrieven
jij zou overbrieven
hij zou overbrieven
wij zouden overbrieven
jullie zouden overbrieven
zij zouden overbrieven

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou overgebriefd hebben
jij zou overgebriefd hebben
hij zou overgebriefd hebben
wij zouden overgebriefd hebben
jullie zouden overgebriefd hebben
zij zouden overgebriefd hebben

Gebiedende wijs
brief over

Aanvoegende wijs
overbrieve

Voorbeelden

  1. Een brief over luizen.
    It 's a pamphlet about lice.
  2. Die brief over mijn salarisverhoging.
    That letter about my salary increase.
  3. Ik heb er een brief over gevonden.
    I found a letter all about it.
  4. Dat is een brief over de toestemming.
    That 's a letter ofconsent.
  5. Besefte Sonia waar de brief over ging?
    Did Sonia realise what the letter was about?
  6. Heb je die brief over het huis gehad?
    Did you get the letter about the house?
  7. Heb je mijn brief over Thomas en Marie niet ontvangen?
    Did you not get my letter about Thomas and Marie?
  8. Dit is een lange brief over liefde namens Jake Ochmonek.
    This is a missive of love on behalf of young jake ochmonek.
  9. Iemand vond' n brief over de levering van' n toilet en belde' t af.
    Someone found a letter about delivering a toilet and cancelled it.
  10. En ze werd overmand toen ze de brief over Rasmus las - dat hij dood was.
    And she was heartbroken when she read the letter about Rasmus - that he was dead.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden