1. MWB
  2. Werkwoord vervoegen
  3. oscillate

Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

EN: to oscillate    Vertaal    Voorbeelden    Synoniemen
Gerund
oscillating

Present simple (ott)
I oscillate
you oscillate
he oscillates
we oscillate
you oscillate
they oscillate

Present perfect (vtt)
I have oscillated
you have oscillated
he has oscillated
we have oscillated
you have oscillated
they have oscillated

Past Simple (ovt)
I oscillated
you oscillated
he oscillated
we oscillated
you oscillated
they oscillated

Past perfect (vvt)
I had oscillated
you had oscillated
he had oscillated
we had oscillated
you had oscillated
they had oscillated

Present future (ottt)
I will oscillate
you will oscillate
he will oscillate
we will oscillate
you will oscillate
they will oscillate

Present future perfect (vttt)
I will have oscillated
you will have oscillated
he will have oscillated
we will have oscillated
you will have oscillated
they will have oscillated

Past future (ovtt)
I would oscillate
you would oscillate
he would oscillate
we would oscillate
you would oscillate
they would oscillate

Past future perfect (vvtt)
I would have oscillated
you would have oscillated
he would have oscillated
we would have oscillated
you would have oscillated
they would have oscillated


Voorbeelden

  1. oscillate
    trillen
  2. oscillate
    slingeren
  3. Sensor readings are starting to oscillate.
    De sensor gegevens beginnen te schommelen.
  4. And the force field can rotate, the force field can oscillate.
    En het krachtveld kan ronddraaien, het krachtveld kan schommelen.
  5. Even you can be a compound pendulum, if you oscillate about...
    Zelfs jij kunt een opwindslinger zijn, als je slingert.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden



Vaakst vervoegd

Hier zie je een overzicht van de 30 vaakst vervoegde werkwoorden voor de vijf talen die we op mijnwoordenboek gebruiken.

Nederlandse werkwoorden

willen verdienen worden zijn vinden bedoelen kunnen houden hebben meten vermelden vertellen varen gelden beantwoorden zeggen bestellen begeleiden updaten reizen bereiden leiden plannen gaan verwijderen stelen bidden besteden denken bellen

Franse werkwoorden

être avoir aller faire pouvoir vouloir venir devoir voir prendre savoir partir connaître recevoir dire mettre finir lire boire choisir envoyer sortir falloir dormir écrire appeler croire manger devenir vivre

Duitse werkwoorden

sein werden haben können mögen gehen wollen müssen essen finden sehen stressen lesen dürfen fahren misten sollen kommen nehmen tun machen geben sprechen lassen helfen laufen arbeiten wohnen schlafen halten

Spaanse werkwoorden

ser sentir tener hacer ver teñir ir estar servir haber poder mentir querer dar fuir saber decir hablar salir empezar volver comer seguir vivir gustar pedir encontrar grillarse latir pensar llamar conocer preferir jugar llegar

Engelse werkwoorden

send read be have spend choose go lead mean hear teach lie think see quit can do build meet take say get run fall fair buy put eat lay make learn wear begin barbecue will give find want know drink work write try