Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: oriënteren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
georiënteerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik oriënteer
jij oriënteert
hij oriënteert
wij oriënteren
jullie oriënteren
zij oriënteren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb georiënteerd
jij hebt georiënteerd
hij heeft georiënteerd
wij hebben georiënteerd
jullie hebben georiënteerd
zij hebben georiënteerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik oriënteerde
jij oriënteerde
hij oriënteerde
wij oriënteerden
jullie oriënteerden
zij oriënteerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had georiënteerd
jij had georiënteerd
hij had georiënteerd
wij hadden georiënteerd
jullie hadden georiënteerd
zij hadden georiënteerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal oriënteren
jij zult oriënteren
hij zal oriënteren
wij zullen oriënteren
jullie zullen oriënteren
zij zullen oriënteren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal georiënteerd hebben
jij zult georiënteerd hebben
hij zal georiënteerd hebben
wij zullen georiënteerd hebben
jullie zullen georiënteerd hebben
zij zullen georiënteerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou oriënteren
jij zou oriënteren
hij zou oriënteren
wij zouden oriënteren
jullie zouden oriënteren
zij zouden oriënteren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou georiënteerd hebben
jij zou georiënteerd hebben
hij zou georiënteerd hebben
wij zouden georiënteerd hebben
jullie zouden georiënteerd hebben
zij zouden georiënteerd hebben

Gebiedende wijs
oriënteer

Aanvoegende wijs
oriëntere

Voorbeelden

  1. We oriënteren hem.
    We 're just orienting it.
  2. Zo kunnen we onszelf oriënteren.
    We 'll be able to orientate ourselves.
  3. Ik moet een satelliet oriënteren.
    I need to reposition a satellite and I need to do it now.
  4. Geef me de kans me te oriënteren.
    Give me a chance to orientate myself for the day.
  5. We kunnen het gebruiken om ons te oriënteren.
    We could use it to get our bearings.
  6. Geef me een momentje om me te oriënteren, oké?
    Give me a second to get my bearings, okay?
  7. Ik zal jou oriënteren als ik je weer zie.
    I 'll orient you if I ever see you again.
  8. Ik ga me oriënteren op wat kleine lokale bedrijven.
    I 'm thinking I might look into some small local firms.
  9. Ze konden de maan - en zonnemaanden toen harmoniseren door de schijf te oriënteren.
    They could harmonize the lunar and solar months back then by orientating the disc.
  10. De Tubu oriënteren zich op de zon en de richting van de duinenrijen.
    The Tubu look to the sun and the ridge line to work out which direction to go.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden