Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: ordonneren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geordonneerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik ordonneer
jij ordonneert
hij ordonneert
wij ordonneren
jullie ordonneren
zij ordonneren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geordonneerd
jij hebt geordonneerd
hij heeft geordonneerd
wij hebben geordonneerd
jullie hebben geordonneerd
zij hebben geordonneerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik ordonneerde
jij ordonneerde
hij ordonneerde
wij ordonneerden
jullie ordonneerden
zij ordonneerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geordonneerd
jij had geordonneerd
hij had geordonneerd
wij hadden geordonneerd
jullie hadden geordonneerd
zij hadden geordonneerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal ordonneren
jij zult ordonneren
hij zal ordonneren
wij zullen ordonneren
jullie zullen ordonneren
zij zullen ordonneren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geordonneerd hebben
jij zult geordonneerd hebben
hij zal geordonneerd hebben
wij zullen geordonneerd hebben
jullie zullen geordonneerd hebben
zij zullen geordonneerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou ordonneren
jij zou ordonneren
hij zou ordonneren
wij zouden ordonneren
jullie zouden ordonneren
zij zouden ordonneren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geordonneerd hebben
jij zou geordonneerd hebben
hij zou geordonneerd hebben
wij zouden geordonneerd hebben
jullie zouden geordonneerd hebben
zij zouden geordonneerd hebben

Gebiedende wijs
ordonneer

Aanvoegende wijs
ordonnere

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden