Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: opzoeken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
opgezocht

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik zoek op
jij zoekt op
hij zoekt op
wij zoeken op
jullie zoeken op
zij zoeken op

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik opzoek
dat jij opzoekt
dat hij opzoekt
dat wij opzoeken
dat jullie opzoeken
dat zij opzoeken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb opgezocht
jij hebt opgezocht
hij heeft opgezocht
wij hebben opgezocht
jullie hebben opgezocht
zij hebben opgezocht

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik zocht op
jij zocht op
hij zocht op
wij zochten op
jullie zochten op
zij zochten op

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik opzocht
dat jij opzocht
dat hij opzocht
dat wij opzochten
dat jullie opzochten
dat zij opzochten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had opgezocht
jij had opgezocht
hij had opgezocht
wij hadden opgezocht
jullie hadden opgezocht
zij hadden opgezocht

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal opzoeken
jij zult opzoeken
hij zal opzoeken
wij zullen opzoeken
jullie zullen opzoeken
zij zullen opzoeken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal opgezocht hebben
jij zult opgezocht hebben
hij zal opgezocht hebben
wij zullen opgezocht hebben
jullie zullen opgezocht hebben
zij zullen opgezocht hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou opzoeken
jij zou opzoeken
hij zou opzoeken
wij zouden opzoeken
jullie zouden opzoeken
zij zouden opzoeken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou opgezocht hebben
jij zou opgezocht hebben
hij zou opgezocht hebben
wij zouden opgezocht hebben
jullie zouden opgezocht hebben
zij zouden opgezocht hebben

Gebiedende wijs
zoek op

Aanvoegende wijs
opzoeke

Voorbeelden

  1. Zoek op zijn gezicht.
    Search this face.
  2. zoek op het forum
    search the forum
  3. En zoek op kenmerkende dingen.
    And run a distinctive marking check.
  4. Ik zoek op deze sikkel.
    I think this crescent might be tribal.
  5. Jules, zoek op die naam.
    Jules, you run the name.
  6. Zoek, op, Rock of zoiets.
    Search, um, Rock something or other.
  7. En zoek op kenmerkende dingen.
    Run a distinctive marking check.
  8. Ik zoek op Internet naar familieleden.
    I 'm doing Internet searches for family members.
  9. Zoek op de grond, de gravure.
    Check the ground. Look at the carvings.
  10. ja, zoek op zijn naam, Petters...
    Yeah. Cross reference it with his name, Pettis.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden