Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: opwaaien

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
opgewaaid

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik waai op
jij waait op
hij waait op
wij waaien op
jullie waaien op
zij waaien op

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik opwaai
dat jij opwaait
dat hij opwaait
dat wij opwaaien
dat jullie opwaaien
dat zij opwaaien

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb opgewaaid
jij hebt opgewaaid
hij heeft opgewaaid
wij hebben opgewaaid
jullie hebben opgewaaid
zij hebben opgewaaid

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik waaide op/woei op
jij waaide op/woei op
hij waaide op/woei op
wij waaiden op/woeien op
jullie waaiden op/woeien op
zij waaiden op/woeien op

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik opwaaide/opwoei
dat jij opwaaide/opwoei
dat hij opwaaide/opwoei
dat wij opwaaiden/opwoeien
dat jullie opwaaiden/opwoeien
dat zij opwaaiden/opwoeien

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had opgewaaid
jij had opgewaaid
hij had opgewaaid
wij hadden opgewaaid
jullie hadden opgewaaid
zij hadden opgewaaid

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal opwaaien
jij zult opwaaien
hij zal opwaaien
wij zullen opwaaien
jullie zullen opwaaien
zij zullen opwaaien

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal opgewaaid hebben
jij zult opgewaaid hebben
hij zal opgewaaid hebben
wij zullen opgewaaid hebben
jullie zullen opgewaaid hebben
zij zullen opgewaaid hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou opwaaien
jij zou opwaaien
hij zou opwaaien
wij zouden opwaaien
jullie zouden opwaaien
zij zouden opwaaien

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou opgewaaid hebben
jij zou opgewaaid hebben
hij zou opgewaaid hebben
wij zouden opgewaaid hebben
jullie zouden opgewaaid hebben
zij zouden opgewaaid hebben

Gebiedende wijs
waai op

Aanvoegende wijs
opwaaie
Gebiedende wijs



Voorbeelden

  1. Dit gaat stof doen opwaaien.
    That 's gonna blow this thing wide open.
  2. Dit zal stof doen opwaaien.
    It will rock the country.
  3. Dat zal de boel doen opwaaien.
    Ought to ruffle a few feathers.
  4. Het doet internationaal nogal wat stof opwaaien.
    It 's causing a little bit of a stink... internationally.
  5. Alsof een tornado het neergedaalde stof deed opwaaien.
    As if a tornado descended caused a stir.
  6. Nee, dat zou te veel stof doen opwaaien.
    No, it would only kick up too much dust.
  7. Ik wilde geen stof laten opwaaien in haar leven.
    I didn 't wanna kick up dust in her life.
  8. Zijn terugkeer naar Peru in 1915 deed veel stof opwaaien.
    He returned to Peru in 1915 to a storm of controversy.
  9. Het heeft veel stof doen opwaaien over dingen naast de serie.
    It 's inspired big debates that went beyond the events of the show.
  10. Uw artikel in Scientific Bulletin heeft heel wat stof doen opwaaien.
    You caused a stinker with that thing you wrote for Scientific Bulletin.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden