Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: opteren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geopteerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik opteer
jij opteert
hij opteert
wij opteren
jullie opteren
zij opteren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geopteerd
jij hebt geopteerd
hij heeft geopteerd
wij hebben geopteerd
jullie hebben geopteerd
zij hebben geopteerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik opteerde
jij opteerde
hij opteerde
wij opteerden
jullie opteerden
zij opteerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geopteerd
jij had geopteerd
hij had geopteerd
wij hadden geopteerd
jullie hadden geopteerd
zij hadden geopteerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal opteren
jij zult opteren
hij zal opteren
wij zullen opteren
jullie zullen opteren
zij zullen opteren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geopteerd hebben
jij zult geopteerd hebben
hij zal geopteerd hebben
wij zullen geopteerd hebben
jullie zullen geopteerd hebben
zij zullen geopteerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou opteren
jij zou opteren
hij zou opteren
wij zouden opteren
jullie zouden opteren
zij zouden opteren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geopteerd hebben
jij zou geopteerd hebben
hij zou geopteerd hebben
wij zouden geopteerd hebben
jullie zouden geopteerd hebben
zij zouden geopteerd hebben

Gebiedende wijs
opteer

Aanvoegende wijs
optere

Voorbeelden

  1. Gezien de inventaris zou ik eerder opteren voor de R.
    My familiarity with the inventory finds me leaning towards an R.
  2. De meeste families die zich inschrijven opteren voor een opvoedingsconsulent.
    Most applicant families engage an educational consultant.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden