Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: opstoppen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
opgestopt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik stop op
jij stopt op
hij stopt op
wij stoppen op
jullie stoppen op
zij stoppen op

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik opstop
dat jij opstopt
dat hij opstopt
dat wij opstoppen
dat jullie opstoppen
dat zij opstoppen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb opgestopt
jij hebt opgestopt
hij heeft opgestopt
wij hebben opgestopt
jullie hebben opgestopt
zij hebben opgestopt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik stopte op
jij stopte op
hij stopte op
wij stopten op
jullie stopten op
zij stopten op

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik opstopte
dat jij opstopte
dat hij opstopte
dat wij opstopten
dat jullie opstopten
dat zij opstopten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had opgestopt
jij had opgestopt
hij had opgestopt
wij hadden opgestopt
jullie hadden opgestopt
zij hadden opgestopt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal opstoppen
jij zult opstoppen
hij zal opstoppen
wij zullen opstoppen
jullie zullen opstoppen
zij zullen opstoppen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal opgestopt hebben
jij zult opgestopt hebben
hij zal opgestopt hebben
wij zullen opgestopt hebben
jullie zullen opgestopt hebben
zij zullen opgestopt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou opstoppen
jij zou opstoppen
hij zou opstoppen
wij zouden opstoppen
jullie zouden opstoppen
zij zouden opstoppen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou opgestopt hebben
jij zou opgestopt hebben
hij zou opgestopt hebben
wij zouden opgestopt hebben
jullie zouden opgestopt hebben
zij zouden opgestopt hebben

Gebiedende wijs
stop op

Aanvoegende wijs
opstoppe

Voorbeelden

  1. Stop op een veilige afstand.
    Stop at a safe distance.
  2. Ik stop op het hoogtepunt van m' n roem.
    I 'm going to quit while I 'm ahead.
  3. Dit was mijn laatste stop, op weg naar Cambodja.
    This was my last stop, Heading to Cambodia.
  4. We hebben nog een stop op onze griezelige Fernfield tour.
    We have one more stop on our spooky Fernfield tour.
  5. Stop op zijn minst met je zorgen te maken over hem.
    At least try to stop worrying about him.
  6. U ziet, Seattle is Sir Trevor laatste stop op zijn afscheidstournee.
    You see, Seattle is Sir Trevor 's last stop on his farewell tour.
  7. Een zekere Jim Gordon heeft je non-stop op dit nummer gebeld.
    A Jim Gordon got it somehow and has been calling for you non-stop.
  8. Ik stop op weg naar huis en koop wat pap voor Chiara.
    I stop on the way home and buy some gruel for Chiara.
  9. De volgende stop op onze Hollywood rondleiding is The Black Dahlia moord omgeving.
    Next up on our old Hollywood tour is the Black Dahlia murder site.
  10. sinds we niets van dit schip weten, hoe zit het met de stop op knoppen drukken?
    Since we know nothing about this craft, how' bout you stop... pushin' buttons?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden