Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: opschudden

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
opgeschud

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik schud op
jij schudt op
hij schudt op
wij schudden op
jullie schudden op
zij schudden op

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik opschud
dat jij opschudt
dat hij opschudt
dat wij opschudden
dat jullie opschudden
dat zij opschudden

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb opgeschud
jij hebt opgeschud
hij heeft opgeschud
wij hebben opgeschud
jullie hebben opgeschud
zij hebben opgeschud

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik schudde op
jij schudde op
hij schudde op
wij opschudden op
jullie opschudden op
zij opschudden op

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik opschudde
dat jij opschudde
dat hij opschudde
dat wij opopschudden
dat jullie opopschudden
dat zij opopschudden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had opgeschud
jij had opgeschud
hij had opgeschud
wij hadden opgeschud
jullie hadden opgeschud
zij hadden opgeschud

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal opschudden
jij zult opschudden
hij zal opschudden
wij zullen opschudden
jullie zullen opschudden
zij zullen opschudden

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal opgeschud hebben
jij zult opgeschud hebben
hij zal opgeschud hebben
wij zullen opgeschud hebben
jullie zullen opgeschud hebben
zij zullen opgeschud hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou opschudden
jij zou opschudden
hij zou opschudden
wij zouden opschudden
jullie zouden opschudden
zij zouden opschudden

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou opgeschud hebben
jij zou opgeschud hebben
hij zou opgeschud hebben
wij zouden opgeschud hebben
jullie zouden opgeschud hebben
zij zouden opgeschud hebben

Gebiedende wijs
schud op

Aanvoegende wijs
opschudde

Voorbeelden

  1. Kussen opschudden.
    Smooth the pillow.
  2. Bedankt voor het opschudden.
    Thanks for rockin' my world.
  3. Mag ik je kussen opschudden?
    Can I fluff your pillow?
  4. Mag ik je kussen opschudden?
    Can I fluff your pillows?
  5. Ik zal je kussen even opschudden.
    Let me just fluff your pillow for you.
  6. Kan je even mijn kussens opschudden?
    Could you fluff my pillows?
  7. En nu nog even deze ingewanden opschudden.
    Let me just fluff up these entrails.
  8. Laten we nu Westside Academie gaan opschudden!
    Now let 's rock Westside Academy!
  9. Dat zou de toekomst al te zeer opschudden.
    Be too cataclysmic a change for the future.
  10. Ik weet dat je jezelf wel eens wilt opschudden.
    I know you like to plump it yourself sometimes.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden