Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: opschroeven

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
opgeschroefd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik schroef op
jij schroeft op
hij schroeft op
wij schroeven op
jullie schroeven op
zij schroeven op

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik opschroef
dat jij opschroeft
dat hij opschroeft
dat wij opschroeven
dat jullie opschroeven
dat zij opschroeven

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb opgeschroefd
jij hebt opgeschroefd
hij heeft opgeschroefd
wij hebben opgeschroefd
jullie hebben opgeschroefd
zij hebben opgeschroefd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik schroefde op
jij schroefde op
hij schroefde op
wij schroefden op
jullie schroefden op
zij schroefden op

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik opschroefde
dat jij opschroefde
dat hij opschroefde
dat wij opschroefden
dat jullie opschroefden
dat zij opschroefden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had opgeschroefd
jij had opgeschroefd
hij had opgeschroefd
wij hadden opgeschroefd
jullie hadden opgeschroefd
zij hadden opgeschroefd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal opschroeven
jij zult opschroeven
hij zal opschroeven
wij zullen opschroeven
jullie zullen opschroeven
zij zullen opschroeven

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal opgeschroefd hebben
jij zult opgeschroefd hebben
hij zal opgeschroefd hebben
wij zullen opgeschroefd hebben
jullie zullen opgeschroefd hebben
zij zullen opgeschroefd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou opschroeven
jij zou opschroeven
hij zou opschroeven
wij zouden opschroeven
jullie zouden opschroeven
zij zouden opschroeven

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou opgeschroefd hebben
jij zou opgeschroefd hebben
hij zou opgeschroefd hebben
wij zouden opgeschroefd hebben
jullie zouden opgeschroefd hebben
zij zouden opgeschroefd hebben

Gebiedende wijs
schroef op

Aanvoegende wijs
opschroeve

Voorbeelden

  1. Een tweede schroef, op 76 graden.
    Second propeller sounds, 76 degrees.
  2. De telefoon was een grote schroef op maar we kunnen beide weglopen van dit gedoe.
    The cellphone was a big screw-up but we can both walk away from this clean.
  3. Je gaat het opschroeven.
    You 're gonna screw it up.
  4. Laten we de boel eens opschroeven.
    Let 's just take things up a notch.
  5. ! Je kunt het waarschijnlijk opschroeven tot anderhalf.
    You could probably bump it up to one and a half.
  6. Kunnen we dat opschroeven naar een 8 of een 9?
    You think we could bump that up to an 8 or a 9?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden