Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: opponeren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geopponeerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik opponeer
jij opponeert
hij opponeert
wij opponeren
jullie opponeren
zij opponeren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geopponeerd
jij hebt geopponeerd
hij heeft geopponeerd
wij hebben geopponeerd
jullie hebben geopponeerd
zij hebben geopponeerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik opponeerde
jij opponeerde
hij opponeerde
wij opponeerden
jullie opponeerden
zij opponeerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geopponeerd
jij had geopponeerd
hij had geopponeerd
wij hadden geopponeerd
jullie hadden geopponeerd
zij hadden geopponeerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal opponeren
jij zult opponeren
hij zal opponeren
wij zullen opponeren
jullie zullen opponeren
zij zullen opponeren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geopponeerd hebben
jij zult geopponeerd hebben
hij zal geopponeerd hebben
wij zullen geopponeerd hebben
jullie zullen geopponeerd hebben
zij zullen geopponeerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou opponeren
jij zou opponeren
hij zou opponeren
wij zouden opponeren
jullie zouden opponeren
zij zouden opponeren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geopponeerd hebben
jij zou geopponeerd hebben
hij zou geopponeerd hebben
wij zouden geopponeerd hebben
jullie zouden geopponeerd hebben
zij zouden geopponeerd hebben

Gebiedende wijs
opponeer

Aanvoegende wijs
opponere

Voorbeelden

  1. Een zijtak van de Goa' ulds die ze in alles opponeren.
    An offshoot of the Goa 'uld who oppose them philosophically in every way.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden