Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: oppakken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
opgepakt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik pak op
jij pakt op
hij pakt op
wij pakken op
jullie pakken op
zij pakken op

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik oppak
dat jij oppakt
dat hij oppakt
dat wij oppakken
dat jullie oppakken
dat zij oppakken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb opgepakt
jij hebt opgepakt
hij heeft opgepakt
wij hebben opgepakt
jullie hebben opgepakt
zij hebben opgepakt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik pakte op
jij pakte op
hij pakte op
wij pakten op
jullie pakten op
zij pakten op

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik oppakte
dat jij oppakte
dat hij oppakte
dat wij oppakten
dat jullie oppakten
dat zij oppakten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had opgepakt
jij had opgepakt
hij had opgepakt
wij hadden opgepakt
jullie hadden opgepakt
zij hadden opgepakt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal oppakken
jij zult oppakken
hij zal oppakken
wij zullen oppakken
jullie zullen oppakken
zij zullen oppakken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal opgepakt hebben
jij zult opgepakt hebben
hij zal opgepakt hebben
wij zullen opgepakt hebben
jullie zullen opgepakt hebben
zij zullen opgepakt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou oppakken
jij zou oppakken
hij zou oppakken
wij zouden oppakken
jullie zouden oppakken
zij zouden oppakken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou opgepakt hebben
jij zou opgepakt hebben
hij zou opgepakt hebben
wij zouden opgepakt hebben
jullie zouden opgepakt hebben
zij zouden opgepakt hebben

Gebiedende wijs
pak op

Aanvoegende wijs
oppakke

Voorbeelden

  1. Pak op, Charlotte.
    Pick up, Charlotte.
  2. Kom op, kerel, pak op!
    Come on, buddy, reply!
  3. We zullen proberen, pak op.
    We will try. Pick up...
  4. Yo, pak op en wegwezen.
    Yo, pick it up and go.
  5. Kom op, Ade, pak op.
    Come on, Ade, pick up.
  6. Ik pak op wat jullie opgeven.
    I 'm picking up what you 're laying down.
  7. Kom op... kom op, pak op!
    Come on... come on, pick up!
  8. Toen kwam die pak op mij af.
    Then that suit was coming at me.
  9. Pak op dat zwaar of sterf als een lafaard!
    Pick up the sword or die like a coward!
  10. En vergeet niet om jouw nieuwe pak op te halen.
    And don 't forget to pick up your new suit.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden