Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: opnemen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
opgenomen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik neem op
jij neemt op
hij neemt op
wij nemen op
jullie nemen op
zij nemen op

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik opneem
dat jij opneemt
dat hij opneemt
dat wij opnemen
dat jullie opnemen
dat zij opnemen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb opgenomen
jij hebt opgenomen
hij heeft opgenomen
wij hebben opgenomen
jullie hebben opgenomen
zij hebben opgenomen

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik nam op
jij nam op
hij nam op
wij namen op
jullie namen op
zij namen op

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik opnam
dat jij opnam
dat hij opnam
dat wij opnamen
dat jullie opnamen
dat zij opnamen

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had opgenomen
jij had opgenomen
hij had opgenomen
wij hadden opgenomen
jullie hadden opgenomen
zij hadden opgenomen

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal opnemen
jij zult opnemen
hij zal opnemen
wij zullen opnemen
jullie zullen opnemen
zij zullen opnemen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal opgenomen hebben
jij zult opgenomen hebben
hij zal opgenomen hebben
wij zullen opgenomen hebben
jullie zullen opgenomen hebben
zij zullen opgenomen hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou opnemen
jij zou opnemen
hij zou opnemen
wij zouden opnemen
jullie zouden opnemen
zij zouden opnemen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou opgenomen hebben
jij zou opgenomen hebben
hij zou opgenomen hebben
wij zouden opgenomen hebben
jullie zouden opgenomen hebben
zij zouden opgenomen hebben

Gebiedende wijs
neem op

Aanvoegende wijs
opneme

Voorbeelden

  1. Neem op, neem op, neem op.
    Pick up, pick up, pick up.
  2. Tony, neem op, neem op.
    Tony, pick it up, pick it up.
  3. Alsjeblieft neem op, neem op.
    Please pick up, pick up.
  4. Neem op, Nell, Neem op.
    Pick up. Nell, pick up.
  5. Oh, jarige job, neem op, neem op, neem op.
    Oh, birthday girl, pick up, pick up, pick up.
  6. Neem op, alstublieft.
    Just pick up, please.
  7. Neem op, alsjeblieft...
    Take on, please...
  8. Kom op, kom op, Kel, neem op, neem op.
    Come on, come on, Kel, pick up, pick up.
  9. Yo, Dante, neem op.
    Yo, Dante, pick up.
  10. Schiet op, neem op.
    Come on, pick up.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden