Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: opnaaien

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
opgenaaid

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik naai op
jij naait op
hij naait op
wij naaien op
jullie naaien op
zij naaien op

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik opnaai
dat jij opnaait
dat hij opnaait
dat wij opnaaien
dat jullie opnaaien
dat zij opnaaien

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb opgenaaid
jij hebt opgenaaid
hij heeft opgenaaid
wij hebben opgenaaid
jullie hebben opgenaaid
zij hebben opgenaaid

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik naaide op
jij naaide op
hij naaide op
wij naaiden op
jullie naaiden op
zij naaiden op

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik opnaaide
dat jij opnaaide
dat hij opnaaide
dat wij opnaaiden
dat jullie opnaaiden
dat zij opnaaiden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had opgenaaid
jij had opgenaaid
hij had opgenaaid
wij hadden opgenaaid
jullie hadden opgenaaid
zij hadden opgenaaid

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal opnaaien
jij zult opnaaien
hij zal opnaaien
wij zullen opnaaien
jullie zullen opnaaien
zij zullen opnaaien

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal opgenaaid hebben
jij zult opgenaaid hebben
hij zal opgenaaid hebben
wij zullen opgenaaid hebben
jullie zullen opgenaaid hebben
zij zullen opgenaaid hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou opnaaien
jij zou opnaaien
hij zou opnaaien
wij zouden opnaaien
jullie zouden opnaaien
zij zouden opnaaien

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou opgenaaid hebben
jij zou opgenaaid hebben
hij zou opgenaaid hebben
wij zouden opgenaaid hebben
jullie zouden opgenaaid hebben
zij zouden opgenaaid hebben

Gebiedende wijs
naai op

Aanvoegende wijs
opnaaie

Voorbeelden

  1. Ik ga me niet opnaaien.
    I 'm not gonna get all upset.
  2. U kunt dit er beter weer opnaaien.
    You better sew this back on.
  3. Laat je niet opnaaien, dat willen ze.
    Don 't let it rattle you. That 's what they want.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden