Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: opleuken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
opgeleukt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik leuk op
jij leukt op
hij leukt op
wij leuken op
jullie leuken op
zij leuken op

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik opleuk
dat jij opleukt
dat hij opleukt
dat wij opleuken
dat jullie opleuken
dat zij opleuken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb opgeleukt
jij hebt opgeleukt
hij heeft opgeleukt
wij hebben opgeleukt
jullie hebben opgeleukt
zij hebben opgeleukt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik leukte op
jij leukte op
hij leukte op
wij leukten op
jullie leukten op
zij leukten op

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik opleukte
dat jij opleukte
dat hij opleukte
dat wij opleukten
dat jullie opleukten
dat zij opleukten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had opgeleukt
jij had opgeleukt
hij had opgeleukt
wij hadden opgeleukt
jullie hadden opgeleukt
zij hadden opgeleukt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal opleuken
jij zult opleuken
hij zal opleuken
wij zullen opleuken
jullie zullen opleuken
zij zullen opleuken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal opgeleukt hebben
jij zult opgeleukt hebben
hij zal opgeleukt hebben
wij zullen opgeleukt hebben
jullie zullen opgeleukt hebben
zij zullen opgeleukt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou opleuken
jij zou opleuken
hij zou opleuken
wij zouden opleuken
jullie zouden opleuken
zij zouden opleuken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou opgeleukt hebben
jij zou opgeleukt hebben
hij zou opgeleukt hebben
wij zouden opgeleukt hebben
jullie zouden opgeleukt hebben
zij zouden opgeleukt hebben

Gebiedende wijs
leuk op

Aanvoegende wijs
opleuke

Voorbeelden

  1. Je staat er leuk op.
    You look nice on.
  2. Dat staat er leuk op.
    There 's an elegant touch.
  3. Staat leuk op het aangiftebiljet.
    Looks great on the 1 040.
  4. Klinkt leuk op een broodje!
    Sounds like fun on a bun!
  5. Is er iets leuk op?
    Anything good on?
  6. Vind je werken leuk op zaterdag?
    Do you like working Saturdays?
  7. Nitrous oxide' s leuk op feesten.
    Nitrous oxide 's fun at parties.
  8. Ja, altijd leuk op een feestje.
    Yeah. It 's always a good party trick.
  9. Hij is vast leuk op feestjes.
    He must be great at parties.
  10. Wat vind je leuk op school?
    Tell me what you like about your school.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden