Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: ophopen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
opgehoopt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik hoop op
jij hoopt op
hij hoopt op
wij hopen op
jullie hopen op
zij hopen op

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik ophoop
dat jij ophoopt
dat hij ophoopt
dat wij ophopen
dat jullie ophopen
dat zij ophopen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb opgehoopt
jij hebt opgehoopt
hij heeft opgehoopt
wij hebben opgehoopt
jullie hebben opgehoopt
zij hebben opgehoopt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik hoopte op
jij hoopte op
hij hoopte op
wij hoopten op
jullie hoopten op
zij hoopten op

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik ophoopte
dat jij ophoopte
dat hij ophoopte
dat wij ophoopten
dat jullie ophoopten
dat zij ophoopten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had opgehoopt
jij had opgehoopt
hij had opgehoopt
wij hadden opgehoopt
jullie hadden opgehoopt
zij hadden opgehoopt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal ophopen
jij zult ophopen
hij zal ophopen
wij zullen ophopen
jullie zullen ophopen
zij zullen ophopen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal opgehoopt hebben
jij zult opgehoopt hebben
hij zal opgehoopt hebben
wij zullen opgehoopt hebben
jullie zullen opgehoopt hebben
zij zullen opgehoopt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou ophopen
jij zou ophopen
hij zou ophopen
wij zouden ophopen
jullie zouden ophopen
zij zouden ophopen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou opgehoopt hebben
jij zou opgehoopt hebben
hij zou opgehoopt hebben
wij zouden opgehoopt hebben
jullie zouden opgehoopt hebben
zij zouden opgehoopt hebben

Gebiedende wijs
hoop op

Aanvoegende wijs
ophope

Voorbeelden

  1. Geen hoop op overlevenden.
    No possible hope for survival.
  2. Valse hoop op wat?
    False hopes about what?
  3. Geen hoop op promotie.
    No hope of promotion.
  4. Geef alle Hoop op!
    Abandon all hope?
  5. Geen hoop op redding.
    No hope of salvation.
  6. Je offert een hoop op.
    You sacrifice a lot.
  7. En hoop op het beste.
    And hope for the best.
  8. Ik gaf de hoop op.
    I abandoned hope.
  9. Hoop op een beetje geluk.
    Pull for Lucky Jack.
  10. Je geeft de hoop op.
    You give up hope.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden