Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: ophoesten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
opgehoest

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik hoest op
jij hoest op
hij hoest op
wij hoesten op
jullie hoesten op
zij hoesten op

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik ophoest
dat jij ophoest
dat hij ophoest
dat wij ophoesten
dat jullie ophoesten
dat zij ophoesten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb opgehoest
jij hebt opgehoest
hij heeft opgehoest
wij hebben opgehoest
jullie hebben opgehoest
zij hebben opgehoest

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik hoestte op
jij hoestte op
hij hoestte op
wij hoestten op
jullie hoestten op
zij hoestten op

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik ophoestte
dat jij ophoestte
dat hij ophoestte
dat wij ophoestten
dat jullie ophoestten
dat zij ophoestten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had opgehoest
jij had opgehoest
hij had opgehoest
wij hadden opgehoest
jullie hadden opgehoest
zij hadden opgehoest

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal ophoesten
jij zult ophoesten
hij zal ophoesten
wij zullen ophoesten
jullie zullen ophoesten
zij zullen ophoesten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal opgehoest hebben
jij zult opgehoest hebben
hij zal opgehoest hebben
wij zullen opgehoest hebben
jullie zullen opgehoest hebben
zij zullen opgehoest hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou ophoesten
jij zou ophoesten
hij zou ophoesten
wij zouden ophoesten
jullie zouden ophoesten
zij zouden ophoesten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou opgehoest hebben
jij zou opgehoest hebben
hij zou opgehoest hebben
wij zouden opgehoest hebben
jullie zouden opgehoest hebben
zij zouden opgehoest hebben

Gebiedende wijs
hoest op

Aanvoegende wijs
ophoeste

Voorbeelden

  1. Buikschot, bloed ophoesten.
    Gut shot, coughing blood.
  2. Ophoesten, oude man.
    Cough it up, old man.
  3. Bloed ophoesten, speeches als:
    Coughing up blood, giving speeches like,
  4. Kom aan kerels, ophoesten.
    Come on guys, cough up.
  5. Ik zag je bloed ophoesten.
    I saw you expectorate blood.
  6. Ik kan drie mille ophoesten.
    I can wrangle up three grand.
  7. Dat kan ik niet ophoesten.
    That I can 't swing.
  8. Ik kan dat niet zomaar ophoesten.
    I ain 't got it like that.
  9. Ik heb' m $ 1.000 laten ophoesten.
    I got the big dunce up to $ 1, 000.
  10. Ze blijven het maar ophoesten, allebei.
    They 've been out whooping it up, the two of them.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden