Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: ophijsen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
opgehesen

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik hijs op
jij hijst op
hij hijst op
wij hijsen op
jullie hijsen op
zij hijsen op

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik ophijs
dat jij ophijst
dat hij ophijst
dat wij ophijsen
dat jullie ophijsen
dat zij ophijsen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb opgehesen
jij hebt opgehesen
hij heeft opgehesen
wij hebben opgehesen
jullie hebben opgehesen
zij hebben opgehesen

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik hees op
jij hees op
hij hees op
wij hesen op
jullie hesen op
zij hesen op

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik ophees
dat jij ophees
dat hij ophees
dat wij ophesen
dat jullie ophesen
dat zij ophesen

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had opgehesen
jij had opgehesen
hij had opgehesen
wij hadden opgehesen
jullie hadden opgehesen
zij hadden opgehesen

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal ophijsen
jij zult ophijsen
hij zal ophijsen
wij zullen ophijsen
jullie zullen ophijsen
zij zullen ophijsen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal opgehesen hebben
jij zult opgehesen hebben
hij zal opgehesen hebben
wij zullen opgehesen hebben
jullie zullen opgehesen hebben
zij zullen opgehesen hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou ophijsen
jij zou ophijsen
hij zou ophijsen
wij zouden ophijsen
jullie zouden ophijsen
zij zouden ophijsen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou opgehesen hebben
jij zou opgehesen hebben
hij zou opgehesen hebben
wij zouden opgehesen hebben
jullie zouden opgehesen hebben
zij zouden opgehesen hebben

Gebiedende wijs
hijs op

Aanvoegende wijs
ophijse

Voorbeelden

  1. Ik kon nergens papa' s vlaggen ophijsen.
    There was nowhere to raise Dad 's flags.
  2. En daarmee kon hij 30 ton ophijsen hijsen, tien ton rotsblokken.
    And he 's now gonna lift 30 tons, ten tons of rock.
  3. We moeten ze hoog ophijsen... om ze op een positief platform te zetten.
    We got to hoist them high... to put them on a platform of positivity.
  4. Misschien zijn ze nu wel... een piano aan het ophijsen naar de vijfde verdieping.
    For all you know they could be... lifting a piano to the fourth floor as we speak.
  5. Nu moet ik ook op de grond spugen en m' n broek ophijsen en zo.
    I feel like I should spit or hike up my shorts or something.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden