Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: ophakken

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
opgehakt

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik hak op
jij hakt op
hij hakt op
wij hakken op
jullie hakken op
zij hakken op

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik ophak
dat jij ophakt
dat hij ophakt
dat wij ophakken
dat jullie ophakken
dat zij ophakken

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb opgehakt
jij hebt opgehakt
hij heeft opgehakt
wij hebben opgehakt
jullie hebben opgehakt
zij hebben opgehakt

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik hakte op
jij hakte op
hij hakte op
wij hakten op
jullie hakten op
zij hakten op

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik ophakte
dat jij ophakte
dat hij ophakte
dat wij ophakten
dat jullie ophakten
dat zij ophakten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had opgehakt
jij had opgehakt
hij had opgehakt
wij hadden opgehakt
jullie hadden opgehakt
zij hadden opgehakt

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal ophakken
jij zult ophakken
hij zal ophakken
wij zullen ophakken
jullie zullen ophakken
zij zullen ophakken

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal opgehakt hebben
jij zult opgehakt hebben
hij zal opgehakt hebben
wij zullen opgehakt hebben
jullie zullen opgehakt hebben
zij zullen opgehakt hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou ophakken
jij zou ophakken
hij zou ophakken
wij zouden ophakken
jullie zouden ophakken
zij zouden ophakken

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou opgehakt hebben
jij zou opgehakt hebben
hij zou opgehakt hebben
wij zouden opgehakt hebben
jullie zouden opgehakt hebben
zij zouden opgehakt hebben

Gebiedende wijs
hak op

Aanvoegende wijs
ophakke

Voorbeelden

  1. Hoezo van de hak op de tak?
    Segue 's not your thing?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden