Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: opgraven

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
opgegraven

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik graaf op
jij graaft op
hij graaft op
wij graven op
jullie graven op
zij graven op

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik opgraaf
dat jij opgraaft
dat hij opgraaft
dat wij opgraven
dat jullie opgraven
dat zij opgraven

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb opgegraven
jij hebt opgegraven
hij heeft opgegraven
wij hebben opgegraven
jullie hebben opgegraven
zij hebben opgegraven

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik groef op
jij groef op
hij groef op
wij groeven op
jullie groeven op
zij groeven op

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik opgroef
dat jij opgroef
dat hij opgroef
dat wij opgroeven
dat jullie opgroeven
dat zij opgroeven

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had opgegraven
jij had opgegraven
hij had opgegraven
wij hadden opgegraven
jullie hadden opgegraven
zij hadden opgegraven

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal opgraven
jij zult opgraven
hij zal opgraven
wij zullen opgraven
jullie zullen opgraven
zij zullen opgraven

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal opgegraven hebben
jij zult opgegraven hebben
hij zal opgegraven hebben
wij zullen opgegraven hebben
jullie zullen opgegraven hebben
zij zullen opgegraven hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou opgraven
jij zou opgraven
hij zou opgraven
wij zouden opgraven
jullie zouden opgraven
zij zouden opgraven

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou opgegraven hebben
jij zou opgegraven hebben
hij zou opgegraven hebben
wij zouden opgegraven hebben
jullie zouden opgegraven hebben
zij zouden opgegraven hebben

Gebiedende wijs
graaf op

Aanvoegende wijs
opgrave

Voorbeelden

  1. Problemen opgraven ergens.
    Digging up trouble somewhere.
  2. Het verleden opgraven.
    Digging up the past.
  3. Ik ga Wakefield opgraven...
    I 'm digging up Wakefield...
  4. We moeten meer opgraven.
    We 've to dig it more.
  5. Moete wij die opgraven?
    That we got to dig it up?
  6. Een dode hond opgraven.
    Digging up a dead dog.
  7. Deze moet je opgraven.
    This one you 're gonna dig up.
  8. We moeten het opgraven.
    We need to dig it up.
  9. Laat dat lichaam opgraven.
    You dig up that body!
  10. We moeten haar opgraven.
    We have to exhume her.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden