Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: opereren

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
geopereerd

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik opereer
jij opereert
hij opereert
wij opereren
jullie opereren
zij opereren

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb geopereerd
jij hebt geopereerd
hij heeft geopereerd
wij hebben geopereerd
jullie hebben geopereerd
zij hebben geopereerd

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik opereerde
jij opereerde
hij opereerde
wij opereerden
jullie opereerden
zij opereerden

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had geopereerd
jij had geopereerd
hij had geopereerd
wij hadden geopereerd
jullie hadden geopereerd
zij hadden geopereerd

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal opereren
jij zult opereren
hij zal opereren
wij zullen opereren
jullie zullen opereren
zij zullen opereren

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal geopereerd hebben
jij zult geopereerd hebben
hij zal geopereerd hebben
wij zullen geopereerd hebben
jullie zullen geopereerd hebben
zij zullen geopereerd hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou opereren
jij zou opereren
hij zou opereren
wij zouden opereren
jullie zouden opereren
zij zouden opereren

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou geopereerd hebben
jij zou geopereerd hebben
hij zou geopereerd hebben
wij zouden geopereerd hebben
jullie zouden geopereerd hebben
zij zouden geopereerd hebben

Gebiedende wijs
opereer

Aanvoegende wijs
operere

Voorbeelden

  1. Ik opereer daarna.
    I 'll do the surgery later.
  2. Ik opereer weinig.
    Don 't do a lot of surgery.
  3. Dan opereer ik nooit.
    I act more than ever.
  4. Waarom opereer ik dan niet?
    Then why am I not in surgery?
  5. Ja, ik opereer op dinsdagen.
    Yeah, I operate on Tuesdays.
  6. Ik opereer haar, niet jij.
    I 'm operating on her, not you.
  7. Niet als ik opereer, zuster.
    Mr. Murdock? Not while I 'm operating nurse.
  8. Wil je dat ik je opereer?
    You want me to operate on you?
  9. Dan opereer je nog een keer.
    Then you do more surgeries and fix it.
  10. Je wil dat ik hem opereer?
    You want me to perform surgery on him?

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden