Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: openlaten

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
opengelaten

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik laat open
jij laat open
hij laat open
wij laten open
jullie laten open
zij laten open

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik openlaat
dat jij openlaat
dat hij openlaat
dat wij openlaten
dat jullie openlaten
dat zij openlaten

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb opengelaten
jij hebt opengelaten
hij heeft opengelaten
wij hebben opengelaten
jullie hebben opengelaten
zij hebben opengelaten

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik liet open
jij liet open
hij liet open
wij lieten open
jullie lieten open
zij lieten open

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik openliet
dat jij openliet
dat hij openliet
dat wij openlieten
dat jullie openlieten
dat zij openlieten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had opengelaten
jij had opengelaten
hij had opengelaten
wij hadden opengelaten
jullie hadden opengelaten
zij hadden opengelaten

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal openlaten
jij zult openlaten
hij zal openlaten
wij zullen openlaten
jullie zullen openlaten
zij zullen openlaten

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal opengelaten hebben
jij zult opengelaten hebben
hij zal opengelaten hebben
wij zullen opengelaten hebben
jullie zullen opengelaten hebben
zij zullen opengelaten hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou openlaten
jij zou openlaten
hij zou openlaten
wij zouden openlaten
jullie zouden openlaten
zij zouden openlaten

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou opengelaten hebben
jij zou opengelaten hebben
hij zou opengelaten hebben
wij zouden opengelaten hebben
jullie zouden opengelaten hebben
zij zouden opengelaten hebben

Gebiedende wijs
laat open

Aanvoegende wijs
openlate

Voorbeelden

  1. Laat open, Edgar.
    Leave it open, Edgar.
  2. Enigste die laat open zijn.
    Only place open late.
  3. De boekwinkel is nog laat open.
    The bookstore 's open late.
  4. Ze zijn laat open op dinsdag.
    They 're open late on Tuesdays.
  5. Zijn Coffee shops nog zo laat open?
    Coffee shops are open this late?
  6. Zijn er hier veel plaatsen die tot zo laat open zijn?
    Are a lot of places open that late round here?
  7. Het eten is troep, maar het is goedkoop, en hij is laat open.
    Food is crap. But it 's cheap, and it 's open late.
  8. Ik zal de achterdeur openlaten.
    I will leave the back door.
  9. Kun je de brug niet openlaten?
    Couldn 't you just leave the bridge open for us?
  10. Ik zou nooit de bovenste knoop openlaten.
    I 'd never do the top button up.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden