Werkwoord vervoegen

Typ een werkwoord in één van de talen NL, DE, EN, ES of FR.

Vervoeg

NL: opeisen

U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`.

Voltooid deelwoord
opgeëist

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
ik eis op
jij eist op
hij eist op
wij eisen op
jullie eisen op
zij eisen op

Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde
dat ik opeis
dat jij opeist
dat hij opeist
dat wij opeisen
dat jullie opeisen
dat zij opeisen

Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
ik heb opgeëist
jij hebt opgeëist
hij heeft opgeëist
wij hebben opgeëist
jullie hebben opgeëist
zij hebben opgeëist

Onvoltooid verleden tijd (ovt)
ik eiste op
jij eiste op
hij eiste op
wij eisten op
jullie eisten op
zij eisten op

Verleden tijd, bijzinsvolgorde
dat ik opeiste
dat jij opeiste
dat hij opeiste
dat wij opeisten
dat jullie opeisten
dat zij opeisten

Voltooid verleden tijd (vvt)
ik had opgeëist
jij had opgeëist
hij had opgeëist
wij hadden opgeëist
jullie hadden opgeëist
zij hadden opgeëist

Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
ik zal opeisen
jij zult opeisen
hij zal opeisen
wij zullen opeisen
jullie zullen opeisen
zij zullen opeisen

Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
ik zal opgeëist hebben
jij zult opgeëist hebben
hij zal opgeëist hebben
wij zullen opgeëist hebben
jullie zullen opgeëist hebben
zij zullen opgeëist hebben

Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
ik zou opeisen
jij zou opeisen
hij zou opeisen
wij zouden opeisen
jullie zouden opeisen
zij zouden opeisen

Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
ik zou opgeëist hebben
jij zou opgeëist hebben
hij zou opgeëist hebben
wij zouden opgeëist hebben
jullie zouden opgeëist hebben
zij zouden opgeëist hebben

Gebiedende wijs
eis op

Aanvoegende wijs
opeise

Voorbeelden

  1. Ga naderbij en herhaal de eis op nog fermere toon.
    Approach and repeat ultimatum in an even firmer tone of voice.
  2. Zou iemand verantwoordelijkheid opeisen.
    Someone should be taking credit.
  3. Niemand zal het opeisen.
    No one will claim.
  4. Moordzaken gaat de voorrang opeisen.
    The homicide 's gonna take priority.
  5. Kicki kwam haar erfdeel opeisen.
    Money that Krister never got...
  6. Ik moet mijn prijs opeisen.
    I 've got to claim my prize.
  7. Dat de terroristen het opeisen?
    About the terrorists taking credit?
  8. Hij zal zijn kind opeisen.
    He will demand his child.
  9. Iemand kan deze aanslagen opeisen.
    Someone might be claiming credit.
  10. toch wil ik hem opeisen.
    Yet I 'm claiming it.

Werkwoorden A tot (en met) Z

Nederlandse werkwoorden


Duitse werkwoorden


Engelse werkwoorden


Franse werkwoorden


Spaanse werkwoorden